Advies commissie voor hele nieuwe wet niet opgevolgd

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Er is een nieuwe screeningswet neergelegd bij de Raad van Advies (RvA). Dat wordt bekendgemaakt door het ministerie van Algemene Zaken (AZ) en AZ-minister Eugene Rhuggenaath (PAR).

rvaHet besluit om de conceptwet neer te leggen bij de RvA is op 26 mei in de ministerraad (van het demissionaire kabinet-Rhuggenaath, red.) genomen. Het gaat om de concept-Landsverordening waarborging integriteit (kandidaat-)ministers. Uitgelegd wordt dat in de conceptwet de screeningsregels voor kandidaat-ministers gereviseerd zijn en dat met de nieuwe wetgeving de integriteit van het regeerbeleid gedurende een kabinetsperiode gewaarborgd wordt. De aanpassingen zijn aangebracht op basis van aanbevelingen van de evaluatiecommissie die over de screeningswet op 7 oktober 2020 een eindrapport indiende. ,,Ook is rekening gehouden met het rapport van Transparency International uit 2013 en het VN-Verdrag tegen corruptie (United Nations Convention against Corruption, Uncac)”, zo wordt nader uitgelegd. ,,Het concept gaat uit van de screeningswet zoals deze nu op tafel ligt, met enige aanpassingen en toegevoegde artikelen”, aldus de regering.
Overigens was de aanbeveling van de evaluatiecommissie om een geheel nieuwe wet te maken en niet enkele aanpassingen te doen, zo blijkt uit eerdere berichtgeving hierover. De commissie werd in juli 2020 ingesteld en het rapport is in oktober 2020 aan de Staten aangeboden. De regering in een persbericht in oktober vorig jaar: ,,Er zijn zoveel punten naar voren gekomen dat de commissie adviseert een nieuwe screeningswet te maken. Ook omdat sommige aspecten een fundamenteel karakter hebben en mogelijk in strijd zijn met de Staatsregeling en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het is daarom op z’n plaats om de wet in te trekken op het moment dat er nieuwe wetgeving is.”
Enkele ‘problemen’ die de commissie in de huidige screeningswet aanstipt zijn de gespannen voet met privacywetgeving op het moment dat kandidaat-ministers goedkeuring geven om onderzoek te doen op juridisch gebied, maar ook op medisch en fiscaal gebied en op het gebied van ongebruikelijke transacties. Instanties die deze informatie hebben, hebben een geheimhoudingsplicht.

Ook het doel van de wet moet beter gedefinieerd worden. Verder blijkt dat bepaalde definities en terminologie onduidelijk zijn, zoals het begrip ‘commerciële belangen’ en ‘secundaire functies en activiteiten’. Omdat deze begrippen onduidelijk zijn, is het ook niet helder wanneer er sprake is van strijdigheid met de integriteitswet.
De RvA doet er doorgaans drie maanden over om advies uit te brengen en als er grote wijzigingen aangebracht moeten worden, dan moet de RvA er soms nog een tweede keer naar kijken. Daarna pas zal de wet door het nieuwe kabinet bij de Staten neergelegd kunnen worden, zo geeft AZ aan.