MFK/PNP: Problemen Curaçao uitvloeisel van navolgen adviezen uit Nederland

Van een onzer verslaggevers

Willemstad - De structurele problemen waarmee Curaçao wordt geconfronteerd, zijn volgens MFK en PNP ‘voor een belangrijk deel een uitvloeisel van het navolgen van adviezen vanuit Nederland, inclusief het Cft, gedurende de laatste 25 jaar’. kandidaatministers PisasMet inschakeling van het IMF is er een derde onafhankelijke partij aan boord.
Dat schrijven Gilmar Pisas (MFK) en Ruthmilda Larmonie (PNP) aan de Nederlandse staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties. Het Cft, College financieel toezicht, bestaat overigens pas sinds 2010, toen de Rijkswet financieel toezicht (Rft) van kracht werd. Maar in een eerdere brief werd verwezen naar het rapport ‘Schuld of Toekomst’ van de Commissie Van Lennep van 1996.
De nieuwe coalitiepartijen gooien voor wat betreft de slechte Curaçaose financieel-economische en sociaalmaatschappelijke situatie de bal richting Nederland. En ten aanzien van de rol van het Cft, wordt verwezen naar wat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) hier in 2019 over heeft gezegd, dat hier ‘geen doekjes om heeft gewonden’, stellen beide partijen met verwijzing naar het artikel ‘Vraagtekens bij aanpak Cft’ van het Antilliaans Dagblad in juni dat jaar.
Het roer zal om moeten en de nieuw te vormen regering zal niet met de via consensusrijkswet te regelen hervormingsentiteit Coho instemmen. ,,Curaçao kan zich simpelweg onder de huidige omstandigheden niet een avontuur permitteren met een instantie die geen ervaring heeft in de aanpak van een uitdaging van het kaliber als waar we nu voor staan. Deze beslissing staat vast voor de MFK en de PNP.”
Zoals eerder bericht, willen de partijen die nu de meerderheid vormen in de Staten van Curaçao een traject met het IMF inslaan; volgens methodiek van Financial Programming and Policies (FPP), zoals voormalig Centrale Bank-president Emsley Tromp een tijdje terug in een kritische opiniebijdrage bepleitte.
,,Een gunstige bijkomstigheid: met het IMF erbij is er een derde partij als onafhankelijke en deskundige adviseur on-board, die een doorslaggevende visie kan geven in situaties van verschillen van inzicht tussen betrokken hoofdpartijen (Curaçao en wellicht ook Nederland)”, schrijven Pisas en Larmonie verder.
Zij geven met nadruk aan niet alleen ‘doordrongen te zijn van de noodzaak van hervormingen’, maar dat zij zich in het regeerakkoord 2021-2025 tot ‘vergaande hervormingen hebben verbonden en die ook zullen doorvoeren’.
,,Ook onderkennen wij dat eventuele financiers voorwaarden zullen stellen aan hun kredietverlening; ook daar sluiten wij onze ogen niet voor.” Wat zij naar eigen zeggen zeker niet zullen doen is op ‘onoordeelkundige wijze’ met de hervormingen omgaan. ,,Vandaar dat wij voor het IMF hebben gekozen. Ons lijkt dat geen enkel belang van het Koninkrijk zich daartegen verzet en wij gaan er dan ook van uit dat wij die discussie niet hoeven aan te gaan.”
Bij de keuze van het IMF heeft - naast de ruime ervaring met de methodiek van ‘financial programming’ - ook een rol gespeeld het feit dat deze organisatie al een aantal keren, tevergeefs, gewezen heeft op het systeemrisico voor de lokale financiële instellingen.
,,Dit risico, veroorzaakt door verdringing (‘crowding out’) als gevolg van de regeling voor de lopende inschrijving op schuldpapieren van de overheid, is een van de hervormingen die zal moeten plaatsvinden”, doelend op de obligatieleningen die het Land Curaçao tegen zeer lage rente bij Nederland kan aangaan.
Kortom, de nieuwe coalitie is voorstander van een integrale financiële programmering en stelt dat ‘binnen het Koninkrijk kennis noch ervaring op dit gebied bestaat’.