Van een onzer verslaggevers
Willemstad - MFK legt de nadruk op de wenselijkheid van ‘minder Koninkrijk’ en meer eigen verantwoordelijkheid gebaseerd op zelfredzaamheid, aldus de zichzelf sociaaldemocratisch noemende partij van de beoogd premier Gilmar ‘Pik’ Pisas.

F03 Minder koninkrijk JEU Pisas cmykMFK en ook de aanstaande coalitiepartner PNP gaan ervan uit dat om meerdere redenen het traject van het Coho ‘heroverwogen moet worden’. Coho staat voor het bij consensus-rijkswet te regelen Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling, waarover eind 2020 door het vertrekkende kabinet-Rhuggenaath (PAR/MAN) vergaande afspraken met Nederland zijn gemaakt.

,,In de eerste plaats omdat zij, in de relatie tot de organen van het Koninkrijk, het beginsel van subsidiariteit aanhangen”, schrijven Pisas en Ruthmilda ‘Mimi’ Larmonie-Cecilia, die hoogstwaarschijnlijk minister wordt.

Uitgelegd wordt: ,,Het subsidiariteitsbeginsel of subsidiariteitsprincipe is een organisatiewijze of regel in de taakverdeling tussen ‘hogere’ en ‘lagere’ openbare overheden. Het houdt in algemene zin in dat hogere instanties niet iets moeten doen wat door lagere instanties kan worden afgehandeld.”

Dit principe is een centraal grondbeginsel in de christendemocratische ideologie, die door de Partido Nashonal di Pueblo (PNP) wordt aangehangen. Ook MFK is naast ‘minder Koninkrijk en meer eigen verantwoordelijkheid’ dus vóór meer ‘subsidiariteit’.

,,Uitgangspunt van beide partijen, die de nieuwe regering wensen te vormen, is zelfredzaamheid. Reden waarom deze partijen de voorkeur aangeven om bij het onderzoeken van oplossingen om de bestaande problemen in de maatschappij op te lossen, hierbij nadrukkelijk na te gaan in welke mate - binnen de grenzen van het haalbare - de inzet van eigen middelen mogelijk is, alvorens een beroep te doen op de overige landen van het Koninkrijk.”

MFK en PNP menen dat ‘goede verhoudingen binnen het Koninkrijk vanzelfsprekend behoren te zijn’. Zij onderstrepen daarom de notie dat de verhoudingen in het Koninkrijk gebaat zijn bij het naleven van de letter en de geest van het Statuut.

Beide partijen vinden dat de landen primair de eigen aangelegenheden zelf moeten behartigen. ,,Landen dienen niet oneigenlijk een beroep te doen op elkaar, noch dienen de overige landen zich geroepen te achten om onuitgenodigd zich in te laten met de aangelegenheden van een ander.”

In verband met de na te streven zelfredzaamheid gebruiken partijen een oer-Hollandse uitdrukking: de ‘eigen boontjes doppen’. ,,Voor de goede orde onderstrepen wij dat MFK en PNP het waarderen dat Nederland, maar ook Aruba en Sint Maarten, bereid zijn om naar de letter en geest van het Statuut open te staan voor samenwerking met Curaçao, en dat wij erkentelijk zijn voor de liquiditeitssteun, hulp en bijstand op medisch terrein en noodhulp aan de meest kwetsbaren in de samenleving.”

Anderzijds twijfelen Pisas en Larmonie-Cecilia er niet aan dat de parlementen in de overige delen van het Koninkrijk het met hen eens zijn dat de overheid van Curaçao de primaire verantwoordelijkheid draagt voor het bestuur van het land en het sociaaleconomische welzijn van de bevolking.

Het Statuut stoelt op die gedachte, verleent de autonomie daartoe en belast de overheid met de verzorging daarvan. Zo vervolgen de partijen die sinds deze week in politiek opzicht de dienst uitmaken in de Staten van Curaçao en vermoedelijk binnenkort ook in regeringscentrum Fòrti.

‘Hervormen taak van de landsorganen’

,,De MFK en de PNP gaan deze verantwoordelijkheid niet uit de weg en zijn niet voornemens om, zonder een passende inzet van lokale middelen en instrumenten, een aanspraak te doen op hulp en bijstand van Aruba, Sint Maarten of Nederland.”

Niemand hoeft er volgens de twee partijleider aan te twijfelen dat de nieuwe regering ‘de koe bij de horens zal vatten’, om een andere zeer Nederlandse uitdrukking te gebruiken.
,,Het is immers niet de bedoeling dat de Nederlandse belastingbetaler en evenmin die van Aruba en Sint Maarten onnodig opdraait voor de bekostiging van Curaçao. Die verantwoordelijkheid berust op de belastingbetaler van Curaçao.”

,,Derhalve, wanneer wij zeggen dat ons uitgangspunt zelfredzaamheid is, doen we dat omdat wij menen dat bij de aanpak van de omvangrijke problemen primair en nadrukkelijk moet worden gekeken naar de inzet van eigen kracht. Met andere woorden: de noodzakelijke hervormingen om de structurele problemen van Curaçao aan te pakken zullen uitgevoerd worden door de verantwoordelijke landsorganen en gefinancierd worden op een wijze die recht doet aan het uitgangspunt van zelfredzaamheid.”

En: ,,Hervormen is de taak van de landsorganen en die verantwoordelijkheid gaan wij niet uit de weg. We rekenen erop dat de overige landen van het Koninkrijk, maar vooral ook de Koninkrijksregering, Curaçao de ruimte laat om de eigen verantwoordelijkheid te dragen.”

‘Grondstation-functie’

MFK en PNP willen in de komende regeerperiode niet te volstaan met alleen de post van Gevolmachtigde minister van Curaçao in Nederland, maar zullen ook een ‘grondstation-functie’ - een coördinator koninkrijksaangelegenheden - instellen om de communicatie over en weer te optimaliseren. Ook vinden zij het noodzakelijk dat overeenkomstig artikel 12a van het Statuut bij rijkswet voorzieningen worden getroffen voor de behandeling van bij rijkswet aangewezen geschillen tussen het Koninkrijk en de landen.