Rhuggenaath wijst MFK en PNP op extra coviduitgaven

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Door allerlei extra overheidsuitgaven in verband met de covidpandemie zal het Curaçaose liquiditeitstekort zich al eerder aandienen dan verwacht.

F01 Ministerie van Financien DUSHIDit schrijft demissionair premier Eugene Rhuggenaath (PAR) aan de verwachte aanstaande regeringsleider Gilmar Pisas (MFK) en Ruthmilda Larmonie-Cecilia (PNP). Begin april liet Rhuggenaath de Staten al weten dat het Land mogelijkerwijs vanaf volgende maand ‘niet meer aan haar financiële verplichtingen kan voldoen’.

Maar nu blijkt dat de overheid aanvullende uitgaven heeft moeten doen voor de zorg - waaronder het ziekenhuis Curaçao Medical Center (CMC) -, het vaccinatieprogramma en noodzakelijke beheersmaatregelen. En daarnaast heeft de jongste lockdown een impact op de inkomsten en bestedingen van het Land. Daardoor wordt het moment dat de overheidskas leeg raakt al veel eerder bereikt.

Tot nu toe werd dat opgevangen met geld van Nederland. Echter, zo laat Rhuggenaath andermaal weten, zolang Curaçao niet aan bepaalde voorwaarden voldoet - zoals het door de Staten vaststellen en in werking laten treden van twee landsverordeningen die toezien op verlaging van het pakket arbeidsvoorwaarden van ministers en Statenleden (25 procent) plus personeel en topfunctionarissen binnen de semipublieke sector (12,5 procent) - zal het Land niet in aanmerking komen voor verdere tranches Nederlandse liquiditeitssteun.

Besluitvorming hierover door de Rijksministerraad (RMR) is voorzien voor 18 juni aanstaande. Dit lijkt nog ver weg, maar het proces hiertoe zal ‘kort na medio mei’ moeten beginnen met een verzoek door de minister van Financiën aan Nederland.

De demissionaire regering verzoekt de Staten - gisteren in nieuwe samenstelling geïnstalleerd - de behandeling van de landsverordeningen ‘voortvarend op te pakken’ en met de twee wetten in te stemmen.

Dit is overigens niet de enige voorwaarde voor het ontvangen van de noodzakelijke liquiditeitssteun, zo krijgen Pisas en Larmonie-Cecilia te horen. Het implementeren van de overeengekomen Landspakkethervormingen, die per kwartaal in een Uitvoeringsagenda worden uitgewerkt, is ook een conditie.

De demissionaire regering was eerder door de MFK- en PNP-leiders verzocht de lopende zaken te behartigen en in het bijzonder de afspraken met Nederland na te komen; daarvan zegt de premier dat besloten is de Uitvoeringsagenda voor het tweede kwartaal (april tot juni) vast te stellen. ,,Hiertoe gemachtigd door de gouverneur”, aldus Rhuggenaath. De Uitvoeringsagenda voor het derde kwartaal dient voor 1 juli te worden vastgesteld.

Kortom, er is haast geboden, zoals de minister-president de Staten al eerder liet weten. Het stopzetten van de Nederlandse steun- en hulppakketten zou ‘ingrijpend’ zijn en ‘niet verantwoord’, schreef hij eerder, verwijzend naar de brief van staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer, waarin staat dat - in het kader van de gemaakte afspraken over liquiditeitssteun van Nederland - Curaçao nog niet heeft voldaan aan de voorwaarden van de derde tranche (terwijl het nu gaat over alweer de vijfde en volgende tranche).

De kwestie is urgent omdat het geld snel opraakt en dus spoedig een liquiditeitstekort dreigt.