Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Om de kwaliteit van het thuisonderwijs met online ondersteuning op Curaçao structureel te verbeteren zullen overheid, schoolbesturen, docenten, ouders, studenten, leerlingen en andere betrokkenen de handen ineen moeten slaan om deze manier van onderwijzen te verbeteren. thuisonderwijsWant, zo blijkt uit een door de University of Curaçao (UoC) en Rijksuniversiteit Groningen (RuG) uitgevoerd onderzoek naar thuisonderwijs: ,,Bijna de helft van de leerlingen en studenten laat een negatieve attitude zien ten aanzien van thuisonderwijs in de toekomst. Veel studenten en leerlingen hebben het thuisonderwijs (de onderzoeksperiode was van september tot en met december 2020, red.) als minder positief ervaren dan het reguliere onderwijs en veel studenten en leerlingen hebben het gevoel dat het thuisonderwijs een negatieve invloed heeft op hun motivatie voor school en hun school- of studieprestaties.”
De leerlingen die thuisonderwijs volgden, hadden in veel gevallen voldoende mogelijkheden en middelen om effectief thuisonderwijs te kunnen volgen, maar misten het contact en overleg met docent en klasgenoten (bij 29,3 procent van de ondervraagde leerlingen). Ook is gebleken dat er vaak een rustige werkplek ontbrak (26,2 procent), of voldoende tijd om thuisonderwijs te volgen (18,1 procent). In sommige gevallen was er sprake van geen goed werkende internetverbinding (20,3 procent), computer of laptop (16,6 procent). ,,De leerlingen en studenten voelden zich niet goed toegerust om op een effectieve manier thuisonderwijs te volgen. Voor wat betreft de randvoorwaarden voor het effectief kunnen volgen van thuisonderwijs valt nog wel het nodige te verbeteren”, aldus een van de conclusies. Want, zo blijkt ook: ,,In veel gevallen was een financiële investering nodig (printer, headset, laptop of computer) om op een goede manier thuisonderwijs te kunnen volgen. Het risico bestaat daarmee dat de kwaliteit van het thuisonderwijs aan leerlingen en studenten die zich in een financiële achterstandspositie bevinden lager is dan mogelijk.”
Aanbevolen wordt om de mogelijkheid om met docenten of andere leerlingen of studenten te overleggen tijdens het thuisonderwijs te vergroten. In het rapport worden hier allerhande concrete tips voor gegeven.
Ook wordt aangeraden om ouders, leerlingen en studenten te helpen met het vinden van een rustige werkplek voor het leren en studeren. Verder is het belangrijk dat iedereen toegang krijgt tot een goed werkende laptop of computer. ,,De overheid zou gezinnen, met name gezinnen in een achterstandspositie, bijvoorbeeld een vergoeding kunnen geven om een laptop aan te schaffen, of men kan denken aan bruikleen”, zo wordt gesuggereerd. Maar zo wordt eraan toegevoegd: ,,Het creëren van de juiste voorwaarden voor thuisonderwijs hoeft niet automatisch veel geld te kosten.” Belangrijk is dat een leerling kan terugvallen op medeleerlingen of een docent om, bij problemen, toch mee te kunnen komen.
Het rapport geeft verder vele tips om leerlingen en docenten te motiveren voor het thuisonderwijs, om de verbondenheid te blijven stimuleren en een positieve attitude de creëren over online les geven en krijgen.
Gesteld moet worden dat de onderzoeksperiode gaat over de eerste lockdown vanaf maart 2020. Daarom wordt in het onderzoek uitgelegd: ,,Kijken we naar de invoering van het thuisonderwijs in het kader van de coronamaatregelen dan is dat in veel landen, ook in het Caribisch gebied, haastig gebeurd. Scholen, leerlingen, studenten en ouders of andere verzorgenden kregen weinig tijd om zich voor te bereiden op het thuisonderwijs en hadden doorgaans weinig kennis over en ervaring met thuisonderwijs.”
In tegenstelling tot het thuisonderwijs, ervaren werknemers die als gevolg van de coronacrisis thuis moeten werken dit in de meeste gevallen als positief.
,,De behoefte aan autonomie en competentie zijn tijdens het thuiswerken in voldoende mate vervuld en de meeste werknemers vinden dat ze redelijk effectief zijn in het thuiswerken. De werknemers hebben in de periode van het verplicht thuiswerken meer positieve dan negatieve emoties tijdens het thuiswerken ervaren en zij laten een redelijk positieve houding zien ten aanzien van thuiswerken in de toekomst”, aldus de onderzoekers. De resultaten tonen aan dat het thuiswerken beter lijkt te passen bij werknemers die geen grote behoefte hebben aan verbondenheid en bij werknemers die een sterke behoefte hebben aan autonomie.
Maar er is ook een kleine groep werknemers die, ten tijde van de eerste lockdown vorig jaar, niet over voldoende mogelijkheden beschikte om optimaal thuis te kunnen werken, zoals een rustige werkplek (16,2 procent). Ook heeft 10,3 procent niet of slechts af en toe een goed werkende internetverbinding en ruim 6 procent vaak geen goed werkende computer of telefoon. Vooral de kinderopvang was vaak niet optimaal geregeld. Meer specifiek gaf 48 procent van de respondenten aan niet of slechts af en toe opvang voor de kinderen te hebben.
Daarom komen de onderzoekers met enkele aanbevelingen. ,,Versterk de mogelijkheden voor de opvang van de kinderen als verplicht thuiswerken gepaard gaat met de aanwezigheid van minderjarige kinderen”, zo luidt een daarvan. Werkgevers moeten faciliteren met de middelen die nodig zijn om op een effectieve manier thuis te werken, zoals een rustige werkplek of het juiste meubilair. Ook moet het gevoel van verbondenheid bewust warm gehouden worden. Dit kan door het tonen van waardering voor de inzet.
Er hebben 596 personen meegedaan aan het onderzoek die tijdens de lockdown thuis hebben gewerkt. De gemiddelde leeftijd is 40,3 jaar en de groep bestaat uit 23 procent mannen en 77 procent vrouwen. De meeste respondenten zijn hoog opgeleid (27,7 procent). ,,Deze oververtegenwoordiging is vermoedelijk het gevolg van het feit dat hoger opgeleiden vaker dan lager opgeleiden een functie hebben waarbij thuiswerken een reële optie is. Daarnaast zijn in de zoektocht naar proefpersonen ook gericht personen benaderd binnen de UoC en het Hof van Justitie Van de groep had 50,8 procent één of meer thuiswonende minderjarige kinderen waarvan de meerderheid, 72,6 procent, tijdens de lockdown online onderwijs kreeg”, zo wordt nader uitgelegd.

Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.