Van een onzer verslaggevers
Willemstad - ,,En nu gaan we aan de slag. Meteen!”, zei premier Eugene Rhuggenaath (PAR) gisteren aan het eind van zijn inleidende speech in verband met de ondertekening van het Politiek Akkoord tussen Curaçao en Nederland.

F01 Akkoord 1,,Ban pe etapa nobo huntu...trabou tin!” (Laten we beginnen aan een nieuw hoofdstuk … er is werk aan de winkel). De minister-president zei het gisteren in de Ballroom van Renaissance met een lichte maar niet te missen tevreden glimlach op het gezicht. Dat was de afgelopen maanden weleens anders; toen de grote zorgen van de coronacrisis op zijn schouders drukten.

Hij verwelkomde de Nederlandse staatssecretaris Raymond Knops (CDA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) - waarmee Rhuggenaath zondag samen arriveerde op Hato - met ‘een warme bon biní’. Uit respect voor zijn gast sprak hij Nederlands.

De regeringsleider bedankte Knops en zijn ambtelijke top voor hun inzet om de onderhandelingen, zowel op afstand als tijdens zijn recente bezoek aan Nederland, succesvol af te sluiten. ,,We zijn samen erin geslaagd tot goede afspraken en een juist samenwerkingsverband te komen.”

Opvallend was verder dat Rhuggenaath ‘in het bijzonder’ ook de Nederlandse premier Mark Rutte (VVD) en Financiënminister Wopke Hoekstra (CDA) noemde ‘voor hun commitment en steun in de Rijksministerraad en het vertrouwen’.

Er is volgens Rhuggenaath nu ‘over en weer sprake van commitment’. En ook dat was eerder, drie maanden geleden, anders; toen stonden Curaçao en Nederland tegenover elkaar omdat de door Knops voorgestelde Caribische Hervormingsentiteit (CHE) niet acceptabel bleek voor de meerderheid van politiek Willemstad.

Daar is de afgelopen periode aan gewerkt en geschaafd en met het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO) is dat draagvlak er wel. Na de ondertekening klonk er zelfs applaus. Voor met name coalitiepartner MAN was het belangrijk dat bepaalde elementen, die gezien werden als ‘ondermijning van de autonomie’, er met de COHO niet meer bijzitten. Aldus minister Steven Martina (MAN) van Economische Ontwikkeling. Hij toonde zich ‘uitermate tevreden’ en benadrukte dat er nu mogelijkheden vrijkomen voor bedrijven. Ook Martina kijkt uit naar ‘de volgende fase’ in de relatie met Nederland.

Knops, op zijn beurt met lovende woorden voor de regering van premier Rhuggenaath - die volgens de staatssecretaris hiermee ‘COHOnes’ (ballen) toont - spreekt van een ‘mijlpaal’. Tegelijkertijd: wat er nu is bereikt is mooi, maar het komt er nu op aan om ‘huntu de weg vooruit in te zetten’.

Het zal geen gemakkelijk pad zijn, waarschuwt hij. Het gaat niet alleen om leningen en giften, maar van Curaçao - en Knops hoopt spoedig ook de landen Aruba en Sint Maarten - wordt veel verwacht op het gebied van soms loodzware hervormingen.

Nederland bindt zich door langjarig steun te verlenen. Knops spreekt zelf van een ‘enorm steunpakket’ van ruim een half miljard gulden voor Curaçao, waarvan het eind volgens hem nog niet in zicht is. Dat gebeurt dus echter wel onder voorwaarden, waarbij telkens de vraag moet worden gesteld: ,,Doen we de dingen goed?”. De coronacrisis biedt in die zin ook mogelijkheden, omdat het wel anders móet.

,,Vandaag ronden wij, Nederland en Curaçao, een traject af voor een beter en sterker Curaçao waar wij samen maanden mee bezig zijn geweest”, zei Rhuggenaath in de Ballroom van Renaissance.

,,Met tevredenheid kan ik aankondigen dat het ons gelukt is een politiek akkoord te bereiken in een positieve sfeer. Over en weer is er sprake van commitment, in één van de onzekerste tijden. Nu kunnen we samen verder werken aan de noodzakelijke hervormingen en investeringen op Curaçao die weer zorgen voor perspectief.”

Met financiële en technische hulp is het eiland in staat te investeren in - en de premier somde op - kwalitatief beter onderwijs; toegankelijke zorg; duurzame economische ontwikkeling; een efficiënte en slagvaardige overheid; en solide overheidsfinanciën.

,,Ik wil waardering uiten voor de manier waarop wij met elkaar hebben samengewerkt tijdens de Rijksministerraad (afgelopen vrijdag, red.). Ik vond het met name belangrijk dat er geluisterd werd naar hetgeen ik namens Curaçao naar voren bracht en dat er begrip ontstond voor de uitdagingen waarmee Curaçao geconfronteerd wordt.”

Op basis daarvan konden Rhuggenaath en Knops en hun beider delegaties in het weekend ‘de meer ingewikkelde onderdelen verder samen uitwerken’. Lof had de premier gisteren ook voor zijn collega’s binnen de Raad van Ministers en de Staten van Curaçao: voor hun steun, samenwerking en waardering voor de inzet van de regering. ,,En natuurlijk aan de ambtelijke teams aan beide kanten die op een zeer professionele manier onderhandeld hebben.”

Het eindresultaat is iets waar Nederland en Curaçao ‘als partners tevreden over kunnen zijn’. ,,We kunnen hoop en perspectief bieden aan de burgers van Curaçao en dat was mijn streven.”

,,Laten we nu samen een nieuwe fase ingaan, waarbij het voor ons, Curaçao, belangrijk is om op eigen kracht te staan, met naast ons een solide partner die ons steunt op deze weg”, aldus de premier van het tienjarige Land Curaçao.