Extra privacy voor minder- en meerderjarige slachtoffers

Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Voor slachtoffers van relationeel of seksueel misbruik is er nu een aparte unit ingericht waar zij terecht kunnen voor aangifte en behandeling door een arts.
Dat heeft minister Quincy Girigorie van Justitie gisteren bekendgemaakt. De bewindsman werd vergezeld door Farahna van Donselaar-Metrie, die deel uitmaakt van de werkgroep die sinds 2018 namens het ministerie van Justitie, samen met het Korps Politie Curaçao (KPC) en het Openbaar Ministerie (OM) werkt aan de verbetering van de processen voor de behandeling van slachtoffers van seksueel en relationeel misbruik.
November is de maand waarin al enkele jaren extra aandacht wordt gevraagd voor relationeel en seksueel geweld. Op 8 november 2018 is in dit kader het protocol ‘Samenwerkingsprotocol optimalisering zedentraject aanpak zedenzaken’ getekend tussen het ministerie van Justitie, het OM en het KPC om te kijken hoe de behandeling van zedenzaken kan worden verbeterd. ,,Voordat het november was, leek het mij op z’n plaats de gemeenschap een update te geven van wat er sindsdien is bereikt”, vertelde de minister. zeden
Girigorie stuurde in april 2017, nog voordat hij als Justitieminister werd beëdigd, namens de overkoepelende organisatie Aliansa een brief naar de Ombudsman en het OM waarin tien gevallen van zedenzaken, van seksueel misbruik tegen minderjarigen werden opgesomd. ,,Het gevoel dat toen heerste, was dat deze zaken niet goed werden opgepakt en behandeld. De klachten varieerden toen van geen gehoor geven aan slachtoffers, tot geen behandeling van de klacht en geen update. Er waren kort gezegd zorgen over het hele proces. De conclusie was toen dat er geen structureel en integraal beleid was voor de aanpak van zedenzaken. Daarna werd ik minister en ben ik hiermee doorgegaan. We hebben toen ook intern onderzoek gepleegd waaruit is gebleken dat het algemeen beleid van het ministerie van Justitie niet coherent was. Er zaten gaten in het beleid, waardoor het moeilijk werd zaken uniform te onderzoeken en behandelen. Er werd toen besloten om een centraal beleid te maken. Dit eindigde in het protocol dat in 2018 is getekend tussen de partners”, aldus Girigorie in een uitleg over het gehele proces dat tot de oprichting van de Unit Zedenzaken heeft geleid.
Het protocol, zo legt Van Donselaar-Metrie uit, omhelst verschillende werkafspraken voor de behandeling van zedenzaken van zowel minder- als meerderjarigen. Zo is er in het protocol een instructie opgenomen voor partijen hoe dit soort zaken te behandelen en onderzoeken, maar komt er ook de ontwikkeling van een richtlijn voor strafvordering zedenzaken in voor, waarmee wordt aangegeven welke straf door het OM wordt gevraagd en wanneer. Ook de oprichting van de Zedenunit vloeit voort uit het protocol.
Het samenwerkingsprotocol moet volgens Van Donselaar-Metrie worden gezien als een platform van waaruit afspraken worden gemaakt en partijen hieraan worden gehouden. Vanuit dit platform kwam de afspraak om de Zedenunit vanuit het gebouw van het KPC te verhuizen naar een andere locatie waar het slachtoffer meer privacy geniet en waar zij of hij na een verklaring te hebben afgegeven ‘in house’ door een arts kan worden behandeld. ,,Het slachtoffer geniet nu van veel meer privacy en we zijn ook blij met de inrichting van een dokterskamer in de Zedenunit. Voorheen ging het slachtoffer vergezeld door één of twee rechercheurs naar de huisarts, dat hoeft nu niet meer. Het slachtoffer doet aangifte en wordt onderzocht op dezelfde locatie”, aldus Van Donselaar-Metrie. Girigorie valt haar bij en stelt: ,,Voorheen was deze unit bij het kantoor van het KPC, waar ook vrouwen van Campo werden behandeld. Er waren dus andere mensen die het slachtoffer konden zien en horen. Het slachtoffer werd volledig blootgesteld en dat maakte het hele proces nog moeilijker. Daarna moest het slachtoffer naar de huisarts, met de rechercheurs naast deze persoon. Iedereen zag hem/haar en begon te praten. Door deze blootstelling haakten slachtoffers vaak af. Nu is alles gecentraliseerd en dat maakt het slachtoffer veel rustiger. We hebben een politiearts in huis. Het slachtoffer hoeft nu dus maar naar één locatie, waar men wordt behandeld en waar hij of zij het verhaal kwijt kan aan de rechercheurs.”
In de unit is naast een ontvangstruimte en een dokterskamer ook een verhoorstudio en regiekamer ingericht met ‘state of the art’ apparatuur, waaronder camera’s die vanuit alle hoeken beelden vastleggen. ,,Dit is vooral handig als het om minderjarigen gaat. De camera kan de bewegingen van een kind dat is misbruikt volgen en de gezichtsuitdrukkingen vastleggen. Alles wordt gezien en vastgelegd. Dat is ook belangrijk voor het onderzoek”, geeft Donselaar-Metrie verder aan.
Op 9 oktober hebben verschillende leden van Aliansa de unit bezocht en met eigen ogen kunnen zien dat er nu meer aandacht is voor slachtofferbejegening. Het project wordt gesubsidieerd door het criminaliteitsfonds.

Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.