-PIN-Statenlid Calmes neemt zetel mee maar steunt regering

-Minister Camelia-Römer stapt op en staat met lege handen

Van een onzer verslaggevers

Willemstad - Drie jaar en bijna twee maanden na het aantreden van het kabinet-Rhuggenaath (gevormd door PAR/MAN/PIN) vertoont deze tot nu toe stabiele coalitie sinds afgelopen weekend plotseling de eerste (haar)scheuren.

romerDoor sommigen werd al gespeculeerd over mogelijk ‘vervroegde verkiezingen’, die anders regulier begin 2021 plaatsvinden. Maar de schade kan ook nog meevallen, waardoor het kabinet in iets gewijzigde vorm gewoon de rit uitzit. Dat is wel de wens van premier Eugene Rhuggenaath (PAR) die middenin een coronacrisis niet zit te wachten op ook nog een politieke crisis. ,,Ons land is gediend met rust en stabiliteit.”

Statenlid Rennox Calmes van de eenmansfractie PIN zorgde zaterdagmiddag voor enige consternatie met zijn officiële mededeling aan Partido Inovashon Nashonal (PIN) per direct afscheid te nemen van de partij. Tegelijkertijd kondigde hij aan als onafhankelijk lid van het parlement verder te gaan. Geen opgaaf van redenen, alleen een bedankje voor de opgedane ervaring. Ook de parlementsvoorzitter kreeg een brief met een afschrift aan de gouverneur.

PIN was begin 2017 de nieuwe partij van voormalig PNP-politicus Suzy Camelia-Römer - die daarvoor talloze ministersfuncties had bekleed - en behaalde bij de Statenverkiezingen van 28 april 2017 gelijk één zetel. De 4.381 stemmen waren goed voor 5 procent van het Curaçaose electoraat dat had gekozen. Daarvan kreeg de jonge Calmes als nummer twee op de PIN-lijst 458 op zijn naam; lijsttrekker Camelia-Römer trok ruim vijf keer zoveel persoonlijke stemmen. Toch zal zij - zoals het er tot gisteravond uitzag - vandaag haar ontslag indienen, als minister van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN). Camelia-Römer staat daarmee als partijleider buitenspel en met lege handen. Minister Zita Jesus-Leito (PAR) is formeel de vervanger, die daarmee automatisch voorlopig de GMN-portefeuille waarneemt.

Rhuggenaath gaf gisteravond aan een gesprek met Calmes te hebben gehad, waarin hij had toegezegd als onafhankelijk parlementariër de coalitie te zullen blijven steunen. ,,In elk geval trekt hij zijn steun niet in.” Zonder Calmes zou de meerderheid voor het kabinet van premier Rhuggenaath zakken van 12 naar 11 van de 21 Statenleden (en zou de kracht van de oppositie toenemen van 9 naar 10). In dat geval steunt de regering nog slechts op een minimale meerderheid, maar dat zou voldoende zijn om door te gaan. In het verleden is vaak genoeg geregeerd met de geringst vereiste parlementaire meerderheid. Ideaal is het niet. Er hoeft maar één ‘afvallige’ te zijn en de regering valt; dat geeft elk van de coalitieleden veel politiek gewicht.

Het Curaçaose parlement is op het moment niet compleet; in plaats van 21 zijn er sinds het recente overlijden van voormalig Statenvoorzitter William Millerson 20 parlementsleden. Oppositiepartijen MFK (de partij van Gerrit Schotte met tegenwoordig Gilmar ‘Pik’ Pisas aan het roer) en KdNT (van Amparo dos Santos), zullen er naar verwachting alles aan doen om Calmes toch bij de oppositie - die verder bestaat uit de eenpersoonsfractie MP van Marilyn Moses - proberen ‘in te lijven’. In dat geval komt de verhouding uit op 10-10. Om reden van het 21e Statenlid, en het Curaçaose parlement weer compleet te maken, zijn alle ogen momenteel extra gericht op Marilyn Alcalá-Wallé. In verband met haar voorgenomen toetreden tot de volksvertegenwoordiging zijn vrijdag al wel haar geloofsbrieven goedgekeurd en getekend, alleen is zij nog niet beëdigd. Dat staat gepland voor komende donderdag.

Rhuggenaath geeft toe te willen dat dit zo snel mogelijk gebeurt, om zich verzekerd te weten van een ruime meerderheid. Beëdiging kan, zeggen kenners, overigens elk moment en op zeer korte termijn alsnog gebeuren. Dat is niet het probleem echter, Alcalá-Wallé is voor sommigen controversieel. Niet haar beleid of haar optreden is controversieel, maar omdat zij na haar aantreden in mei 2017 als minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS) van het kabinet-Rhuggenaath begin 2020 in de knel kwam door aangifte tegen haar (door het kamp van de oppositie), gevolgd door justitieel onderzoek omdat zij de screeningswet zou hebben overtreden doordat ze als bewindsvrouw nog ingeschreven stond bij een stichting en een vennootschap, die beide overigens niet langer actief zouden zijn. Het onderzoek door het Openbaar Ministerie (OM) dat al sinds begin dit jaar loopt, is nog niet formeel afgerond, althans daarover zijn geen officiële mededelingen gedaan. Maar na het overlijden van Millerson is Alcalá-Wallé - die als derde op de kandidatenlijst stond en daarbij 522 stemmen op haar naam kreeg - de eerstvolgende die hiervoor in aanmerking komt. De PAR en de PAR-fractie spraken zich hier al over uit: vanaf het moment dat iemand als verdachte wordt aangemerkt, stelt deze persoon zijn/haar politieke functie ter beschikking aan de partij.

Wettelijk is er echter niets dat haar ervan weerhoudt om Statenlid te worden. Het is bovenal een morele kwestie. En uiteindelijk kan alleen Alcalá-Wallé er zelf over beslissen. Dat geldt ook voor de vraag of zij zich bij toetreding tot het parlement aansluit bij de PAR-fractie, waardoor deze weer 6 leden telt en de grootste is, of dat de verhoudingen binnen de partij/fractie over deze kwestie, die zwaar weegt, zo zijn gebrouilleerd dat zij besluit als onafhankelijke parlementslid verder te gaan. In het eerste geval is er in principe en rekenkundig niets aan de hand en behoudt de regering-Rhuggenaath samen met de 5 zetels van MAN een meerderheid van 11 in de Staten. Dit lijkt op dit moment het meest aannemelijk en waarschijnlijk; als lid dus van de PAR-fractie. Daarmee blijft de regering-Rhuggenaath intact. De premier gaf gisteren aan dat zij nog gewoon ‘PARista’ is. In het vermoedelijk onwaarschijnlijke scenario echter dat Alcalá-Wallé nu of eventueel later beslist uit de fractie te stappen en de partij te verlaten, kan er sprake zijn van een bestuurscrisis omdat het kabinet dan mogelijk niet langer gesteund wordt door een democratische meerderheid in de Staten (in het geval dat ook Calmes de coalitie niet langer steunt). Een uitspraak van het OM over de verdenkingen en verdere vervolging van Alcálá-Wallé, of juist niet, kan zorgen voor opheldering en zelfs het verlossende woord.

Los van Calmes (ex-PIN) en ook los van Alcalá-Wallé (PAR) waren er in het weekend geruchten over PAR-Statenlid Jeser El Ayoubi. Hij zou overwegen de partij de rug toe te keren, juist in verband met Alcalá-Wallé (als zij haar beëdiging ondanks de morele bezwaren doorzet). Maar dit zou ‘fake news’ zijn, al dan niet gecreëerd door de oppositie die bloed ruikt. Al met al zijn de politieke spanningen toegenomen en is de bestaande coalitie geen vanzelfsprekendheid meer. Van meet af aan heeft het kabinet-Rhuggenaath zich geconfronteerd gezien met grote tegenvallers; eerst ten aanzien van de geërfde overheidsfinanciën (die nog veel slechter bleken dan gedacht); en daarna de economische terugval (voor toerisme en handel) door de diepe crisis in buurland Venezuela, die ook tot gevolg had dat de door PdVSA gerunde Isla-raffinaderij en olie-industrie tot stilstand kwamen; gevolgd door de coronacrisis sinds maart dit jaar, waardoor de economie met minimaal een kwart zal terugvallen en de werkloosheid schrikbarende hoogte aanneemt. En sinds het weekend de bekendmaking dat de Klesch-deal voor de overname van Isla niet doorgaat.

De harde en vele voorwaarden die de Nederlandse regering verbindt aan de noodzakelijk liquiditeitssteun en deze inmiddels heeft verpakt in een consensusrijkswet hebben gezorgd voor verdere spanningen binnen en rond het Curaçaose politieke bestuur en op het eiland. De komende dagen en weken zullen aantonen hoe het politieke landschap eruit zal zien.