Kabinet stemt niet in met voorwaarden voor vrijdag

Van een onzer verslaggeefsters

Willemstad - De wijze waarop Nederland (lees: staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) Curaçao verschillende voorwaarden wil opleggen zonder enige vorm van dialoog, lijkt verdacht veel op de praktijken van de West-Indische Compagnie (WIC).

 

voorwaardenDat zei minister Suzy Camelia-Römer van Gezondheid, Milieu en Natuur gisteren tijdens een persconferentie waarbij zij samen met premier Eugene Rhuggenaath en minister Steven Martina van Economische Ontwikkeling informatie gaf over de nieuwe voorwaarden van Nederland. Camelia-Römer kreeg bijval van de minister-president, die sprak van een ‘U-turn van de emancipatie’ en Martina die het had over ‘moderne rekolonisatie’.

Deze reactie volgt op het nieuwste pakket met voorwaarden van Nederland dat afgelopen maandagmiddag in de brievenbus bij Fòrti terechtkwam en dat direct verbonden is aan de derde tranche van liquiditeitssteun aan Curaçao gedurende de coronacrisis. Tegelijkertijd kwam de eis dat Curaçao voor komende vrijdag in moet stemmen met de nieuwe voorwaarden. Hieraan zal de regering niet voldoen.

Een van de nieuwste voorwaarden is dat Curaçao moet instemmen met de Rijkswet hervormingsentiteit Cariben, waarmee in Nederland een instituut wordt opgericht dat gedurende de periode van zeven jaar alle aspecten met betrekking tot financieel beleid, gouvernementele en economische hervormingen en de verdeling van fondsen aan Curaçao beheert. Het betreft een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) met eigen bevoegdheden, bestaande uit drie Europees-Nederlandse experts, benoemd door de minister van Binnenlandse Zaken, dat optreedt op basis van Nederlandse wetten. De gelden voor de landen - Curaçao, Aruba en Sint Maarten - lopen via dit zbo, maar de hervormingen die op deze landen moeten plaatsvinden - conform eerdere eisen van Nederland in ruil voor liquiditeitssteun - worden gefinancierd op basis van de eigen begroting van de landen. ,,De landen blijven verantwoordelijk voor de financiering van de hervormingen”, aldus Rhuggenaath. De Rijkswet hervormingsentiteit Cariben geeft de minister van Binnenlandse Zaken in Nederland de bevoegdheid om op de eilanden aanwijzingen te geven en te bepalen welke projecten worden uitgevoerd, welke worden stopgezet en welke worden gefinancierd. Een andere voorwaarde die nu door Nederland wordt gesteld, is dat het Groeiakkoord wordt ingetrokken en dat Curaçao daarmee ook afstand neemt van de 180 miljoen gulden die het eiland kan lenen om in de economie, het onderwijs en de sociale ontwikkeling te investeren.

De regering stuurde maandagavond meteen een verklaring waarin werd aangegeven dat deze voorwaarden de fundamentele rechten die in het statuut zijn verankerd, aantasten. De eis van Nederland is dat Curaçao binnen vier dagen tijd - vóór de Rijksministerraad komende vrijdag 10 juli - instemt met deze voorwaarden. Maar, zo liet minister-president Rhuggenaath gisteren weten: ,,Deze eis is ondemocratisch en onwettig. Er wordt van ons gevraagd ergens mee in te stemmen zonder de steun van het parlement en zonder advies in te winnen. De hele benadering van Nederland komt niet overeen met onze wetten en is ook niet in de geest van het statuut. Daarom stemmen we komende vrijdag niet in met wat nu op tafel ligt, en zeker niet met de Rijkswet.”

Premier Eugene Rhuggenaath gaf gisteren aan dat Curaçao nu - tien jaar na het verkrijgen van de autonome status binnen het Koninkrijk - opnieuw voor een kruispunt staat en dat het besluit dat nu wordt genomen, in reactie op de voorwaarden van Nederland, de toekomst van het land zal bepalen.

De minister-president schetste twee scenario’s. In het eerste volgt Curaçao haar eigen reddingsplan en behoudt het haar autonomie. ,,Maar deze optie vergt veel opofferingen waarbij de bredere schouders de last voor de kwetsbaren moeten dragen”, aldus Rhuggenaath. De tweede optie is dat Curaçao akkoord gaat met het plan van Nederland en hierbij breekt met de wet, ‘een zak geld aanneemt, haar autonomie verliest en maatregelen neemt zoals Nederland dat wil, ook al zijn ze disproportioneel’. De regering kiest voor de eerste optie. Maar dat kan ze niet alleen. ,,Het is een fundamenteel besluit dat niet lichtvaardig genomen kan worden. We moeten hiervoor in dialoog treden met stakeholders en de Staten. Daarom is de timeline die Nederland stelt onrealistisch en komt het ook niet overeen met ‘good governance’. Het is onbehoorlijk”, stelt Rhuggenaath.

,,Als een land en een volk hebben we gedurende de laatste decennia de weg van de emancipatie bewandeld en deze strijd gestreden waarbij we in het kader van zelfbeschikking onze eigen autonomie, stem en verantwoordelijkheid hebben gekregen”, aldus de Curaçaose premier. ,,Ondanks dat we in een crisis zitten en de behoefte voor financiële en technische steun groot is, moet het besluit dat uiteindelijk moet worden genomen in een groter perspectief worden geplaatst en moeten we ons afvragen waar we heen willen als land. Ook moeten we hierbij de strijd van de generaties voor ons erkennen die uiteindelijk heeft geleid tot het recht om te stemmen, om een eigen regering te kiezen en om zelf te regeren. In deze context is het besluit dat deze regering samen met het volk gaat nemen een fundamenteel besluit.”

Kabinet-Rhuggenaath gaat niet akkoord met de eis om komende vrijdag in te stemmen met de nieuwe voorwaarden die door Nederland zijn gesteld. ,,We moeten het verantwoordelijk doen en analyseren wat nu op tafel ligt en daar adviezen over aanvragen. Dat hebben we inmiddels ook gedaan. Het is ook rechtvaardig en niet meer dan correct om de Staten te benaderen voordat je eventueel kan instemmen met welke voorwaarde dan ook. Er kan niet van ons worden verwacht dat we ons land en ons parlement zonder meer opschepen met een pakket van door Nederland opgelegde voorwaarden, waaronder een Rijkswet, simpelweg voor een volgende tranche, om maar niet te spreken van een ‘saku di plaka’ (een zak geld)”, aldus de minister-president.

Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.