Van onze correspondent

Den Haag - Nederland heeft het laatste deel van de tweede tranche liquiditeitssteun aan Aruba en Curaçao overgemaakt. Dit deel van de renteloze lening was eerder ingehouden in afwachting van een advies van het College (Aruba) financieel toezicht (C(A)ft) over de eigen bijdrage van de landen.

restant tweede tranchHet gaat om het geld dat is bestemd voor loonsubsidie. Staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties heeft de Eerste en Tweede Kamer laten weten dat de toezichthouder positief heeft geadviseerd over de inspanningen op Aruba en Curaçao.

Het eerste deel van de tranche was direct na de beslissing in de Rijksministerraad (RMR) medio mei al overgemaakt. Het geld ten behoeve van de loonsubsidie was afhankelijk gemaakt van een bijdrage van 20 procent van werknemers in de landen. Volgens het Cft hebben Curaçao en Aruba ‘adequaat invulling gegeven’ aan deze voorwaarde.

Al op 1 juni respectievelijk 2 juni heeft voorzitter Raymond Gradus van het C(A)ft de Rijksministerraad bericht dat het Land Curaçao en het Land Aruba volgens het C(A)ft deze adequate invulling hebben gegeven aan de voorwaarde voor een werknemersbijdrage. ,,Ik heb daarom, conform de twee adviezen van het C(A)ft, besloten over te gaan tot verstrekking van de tweede deelbetaling van de tweede tranche liquiditeitssteun, ten behoeve van de loonsubsidie”, schrijft Knops pas op 12 juni.

Het gaat om 63 miljoen gulden voor Curaçao en 49,4 miljoen florin voor Aruba. Voor Curaçao bedraagt de totale renteloze lening in de tweede tranche uit 204 miljoen gulden, voor Aruba 113,3 miljoen florin. Aldus de staatssecretaris.

De leningen worden als spoedeisende maatregel ‘in het belang van het Rijk’ door Nederland direct overgemaakt. Normaal kan dat pas nadat beide Kamers van de Staten-Generaal hieraan hun goedkeuring hebben gegeven. In de Tweede Kamer is de suppletoire begroting die hiervoor nodig is afgelopen week als hamerstuk al goedgekeurd, en de Eerste Kamer zal daar geen bezwaar tegen hebben.