Willemstad - De tweede tranche van 20 miljoen gulden in het kader van de afvloeiingsregeling van de bijna negenhonderd Isla-werknemers kon deze week eindelijk uitbetaald worden. trancheDat meldt Lucas Beaujon, manager human resources van Refineria Isla Curaçao bv, dochtermaatschappij van de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA. De betaling komt (deels) uit de opbrengsten van de verkoop van nog resterende petroleumproducten. De tweede betaling (van de in totaal vijf tranches) had oorspronkelijk al begin maart moeten plaatsvinden. Dat het zolang heeft geduurd komt omdat er een manier moest worden gevonden die in overeenstemming is met de strenge Ofac-regels (Office of Foreign Assets Control in Washington) in verband met de Amerikaanse sancties tegen de regering van president Nicolás Maduro van Venezuela.

Toen dat in orde was, bleek er een nieuw obstakel. Namelijk de in verband met de coronacrisis sterk in prijs gedaalde olieproducten, waardoor het verwachte bedrag niet is gehaald. Nu is door Refineria Isla in samenspraak met PdVSA besloten om middelen, die bestemd waren voor andere ‘niet minder belangrijke doelen’, aan te wenden voor uitkering aan de ex-werknemers. Zij ontvangen overigens óók van de Curaçaose overheid - namelijk via overheids-nv’s RdK/CRU - een volledig salaris; tot en met uiterlijk juni, in afwachting van de nog altijd geplande overname door Klesch Group als nieuwe operator. Met elk van de tranches van Refineria Isla is 20 miljoen gemoeid. Er resteert nu dus nog altijd 60 miljoen gulden, te betalen in ronde drie, vier en vijf. Van meet af aan heeft de voormalige exploitant van de Curaçaose raffinaderij laten weten dit onder andere afhankelijk te laten zijn van het beschikbaar komen van de bevroren tegoeden van Refineria Isla bij de Girobank.

De PdVSA-dochter heeft naar eigen zeggen 40 miljoen gulden staan bij deze bank die eind 2019 ernstig in de problemen kwam doordat er in verband met de verslechterde liquiditeitspositie een moratorium kwam op bankrekeningen met een saldo van 10.000 gulden of meer. De regering was - vóórdat de coronacrisis uitbrak - voornemens Giro met een abb+ (opslag bovenop de te introduceren algemene bestedingsbelasting in plaats van de omzetbelasting) te financieren. Beaujon laat zich in een schrijven aan de voormalige werknemers (864 in totaal) verheugd en tevreden uit over het feit dat de tweede uitkering in het kader van de afvloeiing deze week kan plaatsvinden en dat Refineria Isla en PdVSA zich dus aan de gemaakte afspraken houden.

Er zijn veel en moeizame onderhandelingen aan voorafgegaan. Met overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK), eigenaar van de raffinaderij die werd gehuurd en gerund door PdVSA, de koper van de overgebleven petroleumproducten en de vakbonden (PWFC voor de werklieden en Apri voor het stafpersoneel). ,,Als er nu nog twijfels zijn over de bedoelingen van Isla of PdVSA, dan betreuren wij dat enorm”, schrijft de manager. Hij wijst erop dat Isla/PdVSA altijd de methode van dialoog heeft voorgestaan om problemen op te lossen. ,,Isla zal, ook al is het na 34 jaar dienstverlening niet langer de operator van de raffinaderij, altijd liefde hebben voor het Land Curaçao. Met trots rijden we over de Curaçaose wegen en zien wij de borden ‘Ku Kurason pa Komunidat’ (Met Hart voor de Gemeenschap) op de verschillende locaties. Dat is een deel van de erfenis die wij hier achterlaten.”

Er heerst bezorgdheid onder de door Refineria di Kòrsou (RdK) overgenomen werknemers van Isla/PdVSA. Zij hebben namelijk nog maar twee van de vijf tranches van de afvloeiingsregeling van het Venezolaanse staatsoliebedrijf ontvangen. Dat laat RdK-waarnemend directeur Marcelino ‘Chonky’ de Lannoy tegenover deze krant weten. ,,De laatste drie tranches zijn afhankelijk van de mogelijkheid om opgeslagen olie te verkopen, wat op dit moment dus niet mogelijk is gezien de lage olieprijzen. Ook is het uitbetalen afhankelijk gesteld van het kunnen beschikken over gelden die op een rekening bij de Girobank staan. Hier is ook nog geen oplossing voor gevonden. Mensen zijn teleurgesteld en bezorgd. Ze hebben niet de volledige afvloeiing uitbetaald gekregen en het is nog de vraag wat er gebeurt na 30 juni, wanneer het contract met RdK/CRU afloopt”, aldus De Lannoy, die tot slot laat weten dat RdK overigens ook nog verschillende claims heeft lopen bij PdVSA die betaald moeten worden met de verkoop van olie. ,,Maar de olie is op dit moment niks waard.”

 

Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant