Al binnen enkele weken behoefte aan steun

Van een onzer verslaggevers

Willemstad - Het is van belang te constateren dat de Caribische landen van het Koninkrijk - met een liquiditeitspositie die maximaal een maand van de reguliere uitgaven dekt - ‘al binnen enkele weken’ een liquiditeitsbehoefte verwachten voor het opvangen van de tekorten als gevolg van de coronacrisis.

liquiditeitZoals het Antilliaans Dagblad gisteren berichtte, luidt het advies van het College financieel toezicht (Cft) aan de Rijksministerraad (RMR) om vóór 15 april aanstaande te komen tot de afronding van een eerste tranche liquiditeitssteun.

Naast ernstig negatieve gevolgen van de wereldwijde Covid-19-pandemie voor de economieën en daarmee voor de landsbegrotingen, heeft elk van de landen ook eigen specifieke liquiditeitsproblemen. Zo moet Aruba in 2020 een bedrag van 362 miljoen florin herfinancieren - waarvan volgens eerdere planning 162 miljoen op de buitenlandse kapitaalmarkt - en zou voornemens zijn al op korte termijn 300 miljoen aan te trekken op de buitenlandse kapitaalmarkt, waarvoor toestemming van de RMR in Den Haag vereist is. De monetaire unie van Curaçao en Sint Maarten heeft onder meer zorgen over een versnelde afname van de deviezen en daarmee de stabiliteit van de Antilliaanse gulden. Om de wisselkoers van de gulden overeind te houden, wordt een steunfaciliteit van maandelijks 60 tot 70 miljoen gevraagd.

Het College financieel toezicht (Cft) geeft in een brief aan de RMR aan dat de Rijkswet financieel toezicht (Rft) ‘in principe niet voorziet in directe ondersteuning van de deviezen’ en adviseert de Koninkrijksregering om een deskundige partij - bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank (DNB) - te laten adviseren over deze risico’s en de eventuele maatregelen die genomen moeten worden. Het College, dat volmondig erkent dat met de coronacrisis sprake is van een ‘buitengewone gebeurtenis’, tast verder nog in het duister over de geldbedragen die nodig zijn. ,,Voor de noodzakelijke informatie over de te verwachten gevolgen voor economie en overheidsfinanciën is het College afhankelijk van de landen.”

Onduidelijk is wat de onderbouwing van de verschillende scenario’s is en welke scenario’s als meest reëel gezien kunnen worden, aldus voorzitter Raymond Gradus. Dit zal eveneens afhangen van de ontwikkelingen de komende weken en maanden en in het bijzonder op welk moment de beperkingen voor het internationale vliegverkeer worden opgeheven. ,,Ondanks dat de landen reeds diverse (nood)maatregelen hebben gecommuniceerd, is een totaalbeeld daarvan nog niet bekend, evenals de gevolgen van deze maatregelen voor de overheidsfinanciën. Aanvullende informatie van en afstemming met de landen is nodig om tot een onderbouwd totaalbeeld te komen van de te verwachten gevolgen voor de economie en overheidsfinanciën van de landen.”