In gesprek met Commandant Zeestrijdkrachten, viceadmiraal Kramer
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - ,,Als je durft mee te denken in de toekomst zou het natuurlijk prachtig zijn om een stip op de horizon te hebben die zegt dat over 15 of 20 jaar de commandant van marinekazerne Suffisant een landskind is.”

czskDat zei de Commandant Zeestrijdkrachten (C-ZSK), viceadmiraal Rob Kramer op vragen van het Antilliaans Dagblad tijdens zijn bezoek aan Curaçao onlangs. De C-ZSK is de hoogste officier bij de Koninklijke Marine.
De hoogste marinebaas deed zijn uitspraak naar aanleiding van een vraag van de krant over de opleiding van de miliciens. Hij gaf aan tevreden te zijn over de huidige opleiding. ,,Ten opzichte van de tijd van de Antilliaanse Militie - en dat is in een ver verleden - denk ik dat we echt een enorme professionaliseringsslag hebben gemaakt van dienstplicht naar beroepsmiliciens.” De vervolgstap is volgens Kramer ‘inventariseren wat ervoor nodig is om de miliciens gemakkelijker uit te wisselen dan wel in te laten stromen bij het Korps Mariniers of andere Defensieonderdelen’.
Is hij dan niet bang dat er zo een soort ‘braindrain’ in gang wordt gezet, door goed opgeleide en gekwalificeerde mannen uit Curaçao en Aruba weg te trekken? Volgens de hoogste marinebaas is dat niet de insteek, maar hij noemt het wel een risico. ,,Maar ik ben er niet zo heel erg bang voor want de instroom is op dit moment redelijk goed.” Hij geeft aan dat daar waar er voorheen om het jaar een elementaire militaire vorming startte, het nu al jaarlijks is vanwege voldoende aanwas. Ook neemt het uitvalspercentage van de opleiding af.
Maar de grootste winst noemt de C-ZSK ‘het feit dat je de mannen, nadat zij ook in Nederland werkzaam zijn geweest, weer terug kan laten vloeien in de CZMCarib-organisatie’. ,,En dan heb je het beste van twee werelden. Als je durft mee te denken in de toekomst zou het natuurlijk prachtig zijn om een stip op de horizon te hebben die zegt dat over 15 of 20 jaar de commandant van marinekazerne Suffisant een landskind is. Dat zou in mijn ogen een mooie transitie zijn waarbij je mensen hier lokaal opleidt, laat doorontwikkelen dan wel verder professionaliseren in Nederland om vervolgens hier geplaatst te worden.”
Voor de rest van dit interview: https://antilliaansdagblad.com/abonnees