Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Indien de raffinaderij eerder in het jaar sluit, zal het negatieve effect op de lokale economie kunnen oplopen tot -2,9 procentpunten ten opzichte van het basisscenario.

islaDat blijkt uit een notitie van de Centrale Bank CBCS over de effecten van het staken van de activiteiten van de raffinaderij in 2019. Volgens de laatste projectie van de Centrale Bank zal de economie in 2019 met 0,4 procent groeien (overigens gaat het Internationaal Monetair Fonds inmiddels uit van -2 procent groei, zo blijkt uit onlangs gepubliceerde IMF-bevindingen, red.).
De inflatie zal volgens de CBCS licht afnemen tot 2,1 procent, voornamelijk door de verwachte daling van de internationale olieprijzen. In het basisscenario van de Centrale Bank wordt verondersteld dat de productieactiviteiten van de Isla-raffinaderij verder af zullen nemen waardoor de refining fee met 13,3 procent daalt ten opzichte van 2018.
De CBCS heeft ook een scenario doorberekend van het effect op het bbp van een sluiting van de raffinaderij eerder in 2019. ,,In dit geval vinden er dus geen productieactiviteiten meer plaats en worden er ook geen salarissen meer uitbetaald”, aldus de toelichting.
Het bbp zal in dit scenario met 2,5 procent krimpen. De Centrale Bank legt uit waarom dit lijkt mee te vallen: ,,Het negatieve effect op het bbp is minder sterk dan in eerdere projecties, omdat de bijdrage van de raffinaderij de afgelopen jaren reeds gestaag is afgenomen.”
In dit scenario neemt verder de particuliere consumptie af doordat de werknemers bij de raffinaderij hun baan zullen verliezen. De private investeringen nemen ook af omdat de raffinaderij geen investeringen meer zal plegen (alles wijst erop dat Refineria Isla gestopt is met investeringen, red.).
,,Ook de overheidsconsumptie daalt omdat de overheid in haar begroting zal moeten snijden doordat de belastinginkomsten - waaronder loonbelasting en omzetbelasting - af zullen nemen”, vervolgt de analyse van de experts van de CBCS.
De exporten nemen af door de daling van de productieactiviteiten van de raffinaderij - geen refining fee-inkomsten (voor zover die er nu nog wel zijn met een raffinage-output die vrijwel geheel stil is gevallen, red.) en de lagere deviezeninkomsten van de activiteiten in de zeehaven. ,,Tot slot nemen de importen af als gevolg van minder goederenimporten door de groot- en kleinhandel door een daling van de binnenlandse vraag.”