Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Na het uitroepen van de noodregeling voor de Ennia Groep zijn er ‘forse verliezen’ geleden op beleggingen doordat de rekeningen bij Merill Lynch in de Verenigde Staten zijn bevroren.

F04 Ennia 1Dat stelt de verdediging van de op Curaçao gevestigde bv Parman International, eigenaar van verzekeringsmaatschappij Ennia, in het kort geding tegen de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). Vlak voor de maatregel stond er nog een bedrag van 560 miljoen gulden aan ‘cash’ en ‘cash equivalents’ op de rekeningen in Amerika. Dat bedrag zou nu zijn gedaald naar 410 miljoen gulden. ,,Dat betekent een verlies van 150 miljoen gulden op de beleggingen”, aldus het pleidooi van de Parman-advocaten.
Eigen schuld, vinden de advocaten van de CBCS op hun beurt. Want Parman werkt niet mee en komt keer op keer haar beloftes niet na. Ook de toezegging aan de rechter in Amerika om de gelden bij Merill Lynch beschikbaar te stellen, krijgt geen vervolg. Het gaat volgens advocaten Sabine Altena en Karina Keizer van Ox & Wolff in totaal om 250 miljoen dollar waar de Centrale Bank nu niet aan kan komen. Keizer zegt dat woensdag een motie in de VS is ingediend om CBCS namens Ennia toegang te geven tot de bankrekeningen. ,,Nu de medewerking van Parman uitblijft, hebben we besloten eenzijdig een verzoek in te dienen.” Keizer heeft weinig begrip voor de situatie: ,,We kunnen het zo oplossen. Er is genoeg geld. Waarom gebeurt er niets?”
Parman ziet geen reden voor de maatregelen die de CBCS heeft genomen. De onderneming was financieel ‘zeer gezond’ en de Ennia Groep had, op een balanstotaal van 1 miljard dollar, 300 miljoen aan cash. ,,Van een gevaarlijke ontwikkeling die de belangen van de polishouders zou kunnen schaden, was geen sprake.” Ook de schuldenpost tussen de bedrijven onderling, ‘intercompany receivables’, leverde geen risico, zo menen de advocaten. Het gegarandeerde rendement van 5 tot 6 procent op de leningen van EC Investment (ECI) kan op het eiland nooit worden behaald. Als de bedragen op de rekeningen bij Merill Lynch zouden worden overgeboekt naar Curaçao en daar in cash zouden blijven staan, ‘zou het rendement ver onder de minimaal vereiste 4 procent zakken’, zo voorspelt de verdediging van Parman.
Die redenering volgt CBCS-directeur José Jardim niet. ,,Het geld hoeft niet als cash op Curaçao te blijven. Het moet terugkomen bij de entiteiten van Ennia, waar het thuishoort, en dat is Ennia Caribe Leven (ECL, red.). Maar net zoals ECI kan ECL beleggingen doen in het buitenland”, aldus Jardim telefonisch vanuit het buitenland tijdens de zitting.
De vergunning van de verzekeraar werd ingetrokken en met de noodregeling oefent de Centrale Bank het bestuur uit en niet langer directieleden en commissarissen aangewezen door aandeelhouder Hushang Ansary, de 91-jarige in Iran geboren Amerikaanse miljardair. Eerder is Parman al een bodemprocedure begonnen tegen het intrekken van de vergunning, maar via het kort geding eist de bv nu dat de noodregeling die op 4 juli werd afgekondigd, wordt ingetrokken.
De behandeling van de zaak gisterochtend gebeurde in een volle zaal met vertegenwoordigers van beide kampen. CBCS-directeur Jardim volgde de zitting via de telefoon. De sfeer was bij tijd en wijle vrij grimmig door de vele beschuldigingen over en weer. De advocaten Gerjanne te Winkel en Frederique Leijdesdorff van het Nederlandse kantoor Jones Day en Anne-Marijke Bach Kolling van Curaçao zetten meteen al de toon door in hun pleidooi te stellen dat de noodregeling een ‘buitenproportionele en draconische maatregel’ is die nooit ingezet had moeten worden. ,,De CBCS heeft op 4 juli een ware coup gepleegd. Door tegelijkertijd de vergunningen van de verzekeraars in te trekken en de noodregeling aan te vragen, geen gelegenheid te geven voor het voorbereiden van een verweer tegen die aanvraag en de behandeling van het bezwaar en beroep tegen de intrekking van de vergunning niet af te wachten, werd de Ennia Groep elke vorm van rechtsbescherming ontnomen.” De Nederlandse advocaten gooien nog wat olie op het vuur door de gang van zaken ‘paniekvoetbal’ te noemen, waarbij een ‘eenzijdig, niet compleet en onjuist beeld’ wordt geschetst van aandeelhouders die ‘als boeven Ennia leegroven’ en er sprake is van een hetze tegen Ansary.