Van een onzer verslaggevers
Den Haag/Willemstad - De veroordelingen van de voormalig premier van Curaçao Gerrit Schotte (MFK) en zijn partner Cicely van der Dijs wegens onder meer ambtelijke corruptie en witwassen blijven in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. ,,Ook de opgelegde straffen zijn definitief”, aldus de Hoge Raad in een persverklaring.

F14 15 Kansen Schotte klein 10Schotte was ten tijde van de bewezen strafbare feiten politicus op Curaçao. Hij richtte de politieke partij Movementu Futuro Kòrsou (MFK) op. Met ingang van 10 oktober 2010 was Schotte de eerste minister-president van het Land Curaçao. Deze functie bekleedde hij tot eind september 2012. De medeverdachte is zijn levenspartner.
In de strafzaak-Babel tegen Schotte staat ambtelijke corruptie centraal. Het Hof vond onder meer bewezen dat hij giften, bestaande uit hoge geldbedragen, had aangenomen van bevriende Italiaanse zakenman Francesco Corallo, die bedoeld waren om hem te bewegen tot het doen van tegenprestaties.
Om de herkomst van die bedragen te maskeren heeft hij facturen vals opgemaakt. Ook hebben Schotte en zijn medeverdachte Van der Dijs zich in de visie van het Hof schuldig gemaakt aan witwassen en het voorhanden hebben van zogenoemde ‘frequency jammers’, die zijn ontworpen voor het veroorzaken van storingen in telecommunicatie.
Schotte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. Als bijkomende straf werd hij voor een periode van vijf jaar ontzet uit het recht om te worden verkozen bij verkiezingen. Zijn partner kreeg een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk wegens witwassen. Beide verdachten stelden beroep in cassatie in.
In het arrest gaat de Hoge Raad onder meer in op de cassatieklachten die zich richten tegen het door het Hof gebruikte bewijs voor de ambtelijke omkoping. Schotte stelt onder meer dat in zijn visie geen sprake is geweest van giften om hem om te kopen maar dat slechts sprake is geweest van financiering voor zijn op te richten partij MFK.
Het Hof oordeelde dat de geldbedragen ook waarde hadden voor de verdachte als deze geheel of gedeeltelijk zijn gebruikt voor de financiering van die op te richten partij. Ook in dat geval is sprake van giften. Deze giften werden gedaan om van Schotte in zijn politieke functies onder meer een voorkeursbehandeling te krijgen. De Hoge Raad vindt dit oordeel van het Hof niet onjuist en ook voldoende gemotiveerd.
Ook de overige cassatiemiddelen in de zaken van Schotte en zijn partner leiden niet tot vernietiging van de uitspraken. ,,Beide veroordelingen zijn hiermee definitief”, aldus de Hoge Raad.

Zie ook op de website van het Antilliaans Dagblad de video waarin de Hoge Raad de uitspraak toelicht.