Van een onzer verslaggevers

Kralendijk/Willemstad - President van het Gemeenschappelijk Hof Eunice Saleh heeft ‘weer’ aandacht gevraagd voor de noodzaak om divergerende wetgeving in de verschillende landen van het Koninkrijk zo veel mogelijk te beperken.

wetgeving‘Weer’, omdat het niet de eerste keer is dat voor dit onderwerp aandacht wordt gevraagd. In 2008 en 2009 heeft voormalig president van het Hof, Liesbeth Hoefdraad, een noodkreet geuit, gericht op het zo veel mogelijk bij elkaar houden van de wetgeving in de nieuwe landen, ook die van Nederland voor de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die integraal onderdeel zijn van Nederland).
Saleh gebruikte de installatie vrijdagmiddag van nieuwe rechter op Bonaire Ferdinand ‘Ferry’ Gerard om deze kwestie aan te kaarten. Dat het niet alleen theorie of ingewikkelde juristenpraat is, maar daadwerkelijk om ernstige zaken met vergaande gevolgen, blijkt wel uit het voorbeeld dat de president aanhaalde.
Op 29 maart 2018 deed het Gerecht in Eerste Aanleg van de BES uitspraak in een strafzaak, waarbij de verdachte werd beschuldigd van seksueel binnendringen bij een vrouw van wie hij wist dat deze onder invloed van drugs verkeerde en daardoor - zoals dat dan wordt genoemd - in een staat van verminderd bewustzijn was.
Saleh: ,,Overal in het Koninkrijk is dit strafbaar gesteld, maar niet op de BES-eilanden. De verdachte werd daarom vrijgesproken en de wetgever werd wakker geschud.” Drie maanden later is een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer om deze leemte in de strafbepalingen over ongewenste gemeenschap en ontucht te dichten. Intussen ligt het voorstel bij de Raad van State en over niet al te lange tijd, als de Tweede Kamer ermee instemt, zullen seksuele handelingen met iemand ‘in een staat van verminderd bewustzijn’ ook op de BES strafbaar zijn.
Dit is ‘op zich natuurlijk een positieve ontwikkeling’, aldus de Hofpresident, maar dat neemt niet weg dat zij zich geroepen voelt om opnieuw stil te staan bij de noodzaak om afwijkende wetgeving binnen het Koninkrijk zo veel mogelijk te beperken.
,,Een grote diversiteit in regelgeving heeft praktische nadelen voor de rechtspraktijk en is niet in overeenstemming met het concordantiebeginsel. U kunt zich voorstellen dat als het Gemeenschappelijk Hof, dat rechtspreekt in vier landen, geconfronteerd wordt met verschillen in wetgeving, de kans op fouten toeneemt en de taak tot bewaking van de rechtseenheid moeilijk uitvoerbaar wordt.”