Van onze correspondent

Den Haag - De evaluatie in 2018 van de Rijkswet financieel toezicht (Rft) zal door het College financieel toezicht (Cft) worden aangegrepen om een vorm van permanent koninkrijkstoezicht op de overheidsfinanciën van Curaçao, Aruba en Sint Maarten te bepleiten.

rijkswetBinnenkort worden de wettelijk kaders van het in 2010 ingestelde financieel toezicht onderzocht. Dan zal ook de vraag moeten worden beantwoord of de landen hebben voldaan aan de criteria. Als dat niet het geval is, dan zal het toezicht opnieuw worden verlengd zoals ook al in 2015 is gebeurd. Het toezicht op Aruba is gestoeld op de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) die in 2018 eindigt.
Zoals deze krant vorige week berichtte, is bij het vrijgeven van het formatiedossier in Nederland een brief geopenbaard die het Cft heeft gestuurd aan de partijen die over de vorming van een coalitie onderhandelden. In die brief brak het college een lans voor permanent financieel toezicht op Koninkrijksniveau.
Gevraagd om een toelichting laat Cft-voorzitter Raymond Gradus weten dat deze suggestie niet besproken is met de regeringen van de betrokken landen: ,,De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het wettelijk kader van financieel toezicht; het Cft voert het toezicht binnen die wettelijke kaders uit." Maar, zo voegt de voorzitter er aan toe, ,,het ligt voor de hand dat het Cft de onderzoekers (die de evaluatie uitvoeren, red.) zal wijzen op de voordelen van financieel toezicht door een onafhankelijk orgaan vanuit het Koninkrijk als het Cft."
Gradus benadrukt dat het Cft niet de enige is die dat standpunt huldigt. ,,Regelmatig worden ook positieve signalen voor een voortzetting van onafhankelijk financieel toezicht afgegeven door ‘markten’ en kredietbeoordelaars." Een van de vragen die bij een eventuele permanente voortzetting van het toezicht aan de orde komt is de samenwerking met de nog op te richten nationale begrotingskamers waarover zowel op Curaçao als Aruba wordt gedacht.
De Cft-voorzitter heeft de indruk dat de boodschap is overgekomen bij de partijen die het kabinet-Rutte III vormen. ,,Wij zijn verheugd met de extra aandacht voor Koninkrijksrelaties zowel in het Regeerakkoord als tijdens het debat over de regeringsverklaring." Het pleidooi voor een verhoging van de Vrije Uitkering aan de BES-eilanden lijkt zelfs geheel te worden verhoord.
,,Het gestelde in de brief aan de informateur over het IdeeVersa-advies is verschillende keren in adviezen van het Cft BES bij begrotingsdocumenten van Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan de orde geweest. In het Regeerakkoord is opgenomen dat ‘gelden zijn gereserveerd voor de aanpak van regionale knelpunten, waaronder nucleaire problematiek, Estec, Zeeland, Eindhoven, Rotterdam-Zuid en de BES-eilanden’. Tevens is met betrekking tot de BES-eilanden opgenomen dat ‘waar Nederland investeringen door de eilanden ondersteunt moet meer dan nu in een reëel instandhoudingsbudget worden voorzien’. Het Regeerakkoord geeft derhalve aanknopingspunten voor een verhoging van de vrije uitkering, maar vergt nog wel nadere uitwerking. Het Cft hoopt dat de uitwerking spoedig ter hand genomen zal worden", aldus Gradus.
De Rijkswet financieel toezicht is in 2010 van kracht geworden als Nederlandse voorwaarde om de Antilliaanse overheidsschuld grotendeels te saneren en Curaçao en Sint Maarten in staat te stellen het restant tegen een lage rente via Nederland te herfinancieren en nieuwe leningen eveneens onder gunstige voorwaarden aan te gaan. Het toezicht is tijdelijk, maar is in 2015 op advies van een evaluatiecommissie verlengd omdat er nog geen sprake was van duurzaam beheer van de overheidsfinanciën.