Van een onzer verslaggevers

Willemstad - Er bestaat de noodzaak voor gericht beleid op armoedebestrijding voor specifiek eenoudergezinnen die alléén van het minimumloon afhankelijk zijn.

geldDit is een van de reeks bevindingen en aanbevelingen genoemd in het ‘Initiatiefadvies inzake een Verkenning van het beleidsthema Minimumlonen’ van de Sociaal-Economische Raad (SER), zoals onlangs aangeboden aan het parlement van Curaçao. In De SER zitten vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers (vakbonden) en onafhankelijke leden.
,,Ervan uitgaande dat elke volwassene in de leeftijdscategorie tussen de 18 en 65 jaar in een huishouden werkt, is het huidig minimumloon toereikend voor alle huishoudtypes, behalve voor de eenoudergezinnen met een of meerdere kinderen”, aldus het initiatiefadvies.
Voormalig minister Ruthmilda Larmonie-Cecilia (Pueblo Soberano) van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) heeft in augustus 2016 door middel van een volgens de SER ‘autonome beslissing’ met een ministeriële regeling het minimumloon voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 tijdelijk verhoogd naar 9 gulden per uur. Ook heeft de toenmalige minister aangekondigd dat zij het minimumloon verder naar 1.976 gulden per maand (zijnde de armoedegrens voor een alleenstaande met twee kinderen per 1 januari 2015) stapsgewijs zal verhogen in de opeenvolgende jaren tot en met het jaar 2020, wat uitkomt op een minimumloon van 11,41 gulden per uur, uitgaande van een 40-urige werkweek. Larmonie-Cecilia heeft destijds kenbaar gemaakt dat er een Landsbesluit onderweg was naar de SER voor advies. ,,Het wetsvoorstel is tot op heden niet ontvangen door de SER”, stelt het document, ondertekend door fungerend voorzitter John Jacobs en SER-secretaris Raúl Henriquez.
Het jongste adviesdocument bevat een analyse vanuit meerdere invalshoeken van het (doorgaans gevoelige, red.) thema ‘minimumloon’. Daarnaast een reeks aanbevelingen, waarvan de eerste is: ,,Ontwikkel een consistent beleidskader met betrekking tot de aanpassing van het minimumloon en het prijsindexcijfer dat daarbij gebruikt wordt.”