Van een onzer verslaggevers

Willemstad - Medio november weet president Emsley Tromp van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) pas of hij verder kan met zijn leven.

tromp

Voor de verdediging duurt het allemaal te lang en voor Tromp zelf al helemaal. ,,Met mijn belangen wordt toch geen rekening gehouden, alleen met Nederland”, gaf hij als reden waarom hij geen gebruik maakte van de mogelijkheid die de rechter hem aan het einde van de regiezitting bood om nog iets te zeggen. ,,Ik zit al een jaar in spanning, het heeft geen zin.” De zitting sloot daardoor toch nog met een kort laatste woord van de verdachte. Even daarvoor had rechter Tjarda van der Spoel bepaald dat de inhoudelijke zitting van de zaak Saffier begint op donderdag 26 oktober. Er zijn twee dagen voor uitgetrokken met een uitloopmogelijkheid op maandag 30 oktober en eventueel nog dinsdagmiddag 31 oktober.Aan het begin van de tweede dag van de regiezitting - een bijzonderheid voor dit soort zittingen - had Van der Spoel zijn beslissing bekendgemaakt over de exceptie van de verdediging. Advocaat Niels van der Laan wilde met dat preliminair verweer het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk laten verklaren. Van der Spoel somde alle twaalf punten op die de verdediging daarvoor had genoemd. Die zouden in samenhang een niet-ontvankelijkheid moeten opleveren. De argumenten varieerden van een onbegrijpelijke dagvaarding en loslippigheid van het OM tot het afsplitsen van de belastingfraude van de andere verdenkingen en het zich mengen door het OM in het veiligheidsonderzoek naar Tromp.,,De Hoge Raad heeft de lat bijzonder hoog gelegd voor een niet-ontvankelijkverklaring”, zei Van der Spoel. ,,Dat kan alleen als zonder inhoudelijk onderzoek kan worden vastgesteld dat er misbruik is gemaakt van het procesrecht en er geen redelijke belangenafweging is gemaakt.” De conclusie van de rechter was dat de genoemde twaalf punten alleen door verder onderzoek en eventueel verklaringen van Tromp kunnen worden vastgesteld en dat het verzoek van de verdediging daarom ontijdig is.Ook over het subsidiaire punt van Van der Laan, om de zaak eerst aan de belastingrechter over te laten, kan niet zonder onderzoek tot een weloverwogen beslissing worden gekomen. Daarom is ook dat verzoek verworpen.Op pagina 6‘Black box aan stukken’