Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De bewindvoerder van Insel Air International (Insel Curaçao), dat medio maart in verband met de financiële noodtoestand surseance van betaling werd verleend, is van oordeel dat voortzetting van de bedrijfsactiviteiten ‘nodig en verantwoord’ is.

insel
Dat schrijft Rogier van den Heuvel in zijn eerste verslag aan de rechter-commissaris. ,,Nodig, omdat de luchtverbindingen tussen de Caribische eilanden van het Koninkrijk van groot maatschappelijk en economisch belang zijn.” En óók verantwoord, omdat met de overheidslening uitzicht bestond en bestaat op overbrugging tot de maand mei, waarin Insel Curaçao verwacht weer een positieve cashflow te hebben.
,,Dat laatste zou voor de vennootschap een betere uitgangspositie moeten creëren, zowel in het geval dat een strategische partner (overname) gezocht wordt, als in het geval dat de vennootschap zelfstandig zou moeten doordraaien vanwege haar maatschappelijk-economische positie.” Aldus de bewindvoerder.
Er zijn wel enorme problemen en uitdagingen. Zo blijkt uit de boekhouding, die ‘over het algemeen inzichtelijk en up-to-date’ wordt genoemd, dat Insel Air International op de balans van eind februari 2017 afgerond 200 miljoen gulden (196.352.292 om precies te zijn) ofwel zo’n 110 miljoen dollar aan schulden heeft.
Het Land Curaçao is met een deel van de leningfaciliteit boedelcrediteur. Op datum is dat bijna 10,1 miljoen dollar. Er is per februari een vordering van de Belastingdienst van 20,9 miljoen gulden en 1,8 miljoen dollar van de douane. De vordering van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bedraagt ongeveer 15,1 miljoen gulden.
Wat betreft andere preferente crediteuren heeft Insel Curaçao een achterstand van 2 miljoen gulden in pensioenafdrachten. Onderzocht wordt in hoeverre dit een preferente vordering is. De concurrente crediteurenpositie wordt begroot op 150 miljoen gulden.
Over de oorzaak (van de surseance) stelt de bewindvoerder nog beter onderzoek te willen doen en daar later meer aandacht aan te besteden. ,,In algemene zin is duidelijk dat de vennootschap het grote operationele en nettoverlies van het jaar 2016 (40,2 miljoen gulden na in boekjaar 2015 nog een nettowinst te hebben gerealiseerd van 3 miljoen gulden, red.) niet met reserves kon opvangen.”
Dat verlies vindt volgens Van den Heuvel zijn oorzaak in een combinatie van factoren. ,,In de eerste plaats waren er teruglopende passagiersinkomsten, met name omdat de vennootschap moest stoppen op Venezuela te vliegen. De inkomsten moesten te lang worden voorgefinancierd. Zelfs op dit moment moet de vennootschap nog een bedrag van ongeveer 70 miljoen dollar uit Venezuela ontvangen (het deze week failliet verklaarde Insel Air Aruba moet nog 30 miljoen dollar krijgen, red.). Voorts is er een suboptimale vloot, met relatief hoge onderhoudskosten, was er te veel personeel gelet op de omvang van de operatie en was er een eigen onderhoudsafdeling opgezet, die zichzelf niet kon bedruipen.”