In een met spoed belegde persconferentie maakten de overgebleven ministers van het demissionaire kabinet-Koeiman gisteren hun standpunt met betrekking tot de huidige bestuurscrisis bekend.

 

ministers

,,Dit is een niet eerder vertoonde machtsstrijd. Je kan niet anders dan je afvragen waarom deze regering koste wat kost omver moest worden geworpen”, aldus demissionair minister-president Hensley Koeiman (MAN).
Volgens de premier is er met het machtsvertoon van gisteren door de nieuwe meerderheid - bestaande uit MFK, KdNT, PS, onafhankelijk Statenlid Eduard Braam en Movementu Progresivo van Marilyn Moses - niet langer sprake van een kritische oppositie, maar is nu duidelijk dat alles in werking is gezet om de regering omver te werpen. ,,Er zijn op Curaçao nu veel mensen bezorgd, wanhopig en angstig en we begrijpen dat er nu verschillende mensen zijn die het met de politiek hebben gehad. Er komen straks nieuwe verkiezingen en we moeten deze mensen zien te overtuigen om - ondanks alles - toch hun stem uit te brengen. Ik heb al vaak genoeg gezegd dat dit soort dingen nadelig uitpakt voor Curaçao.”
De Statenvergadering die gisteravond door de nieuwe meerderheid in de Staten is belegd, noemt Koeiman ‘illegaal’. ,,Dit is buiten alle regels om. Het Reglement van Orde stelt dat een vergadering opgeroepen moet worden. Dat is vandaag (gisteren, red.) niet gebeurd. Noch de Statenvoorzitter, noch de griffier is opgeroepen. Wel is er een vergadering opgeroepen voor vrijdag. Voor die vergadering was al een agendapunt toegevoegd, exact wat de nieuwe meerderheid wil; namelijk dat de huidige Statenvoorzitter en vicevoorzitter worden afgezet en een nieuwe voorzitter en vicevoorzitter worden benoemd.”
Koeiman liet weten zich bewust te zijn van het feit dat zijn kabinet demissionair is en dus alleen lopende zaken kan behandelen. Maar, zo stelt de premier, het kan niet zo zijn dat de nieuwe meerderheid de regels en de wet aan haar laars lapt. ,,In een democratie beslist inderdaad de meerderheid. We zitten in een rechtsstaat. Maar het mag nooit zo zijn dat deze meerderheid de wet opzijschuift. Dat mag nimmer het geval zijn.”