Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De president van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), Emsley Tromp, is bereid mee te werken aan een vorm van ‘buitengewoon verlof’.
Dit stelt hij in een schriftelijk verweer, gericht aan advocaat Mayesi Hammoud die namens de minister van Financiën, José Jardim, optreedt. Tromp vindt een schorsing - wat Jardim eerst publiekelijk aankondigde, maar later via zijn raadsvrouw nuanceerde tot een ‘voornemen’ tot schorsing - het karakter hebben van een disciplinaire maatregel die te zwaar is voor een strafrechtelijk onderzoek, dat zich volgens het Openbaar Ministerie (OM) nadrukkelijk in de privésfeer afspeelt en niets van doen heeft met de CBCS.tromp
Toch heeft hij direct al na de huiszoeking op zijn woonadres ‘ter bescherming van de reputatie van de CBCS, de integriteit van het financieel stelsel in de landen en het belang van het onderzoek’ door vakantie op te nemen en ook feitelijk afwezig te zijn van de werkvloer en het naar eigen zeggen onthouden van het geven van instructies, ‘afstand genomen van de CBCS’.
Naar aanleiding van de door de advocaat namens de minister opgeworpen bezwaren tegen het ‘slechts’ opnemen van vakantie - namelijk dat Tromp toch bemoeienis zou hebben met de gang van zaken binnen de CBCS omdat de vakantie elk moment kan worden onderbroken, maar ook dat zijn bevoegdheden om instructies te geven niet vervalt bij vakantie - komt de Centrale-Bank-president met het voorstel van ‘buitengewoon verlof’.
Tromp schrijft: ,,Ik ben bereid mee te werken aan een vorm van ‘buitengewoon verlof,’ waarbij vastgesteld wordt dat ik de gebouwen van de CBCS niet zal betreden en mij zal onthouden van het geven van instructies dan wel anderszins bemoeienis zal hebben met de gang van zaken binnen de CBCS. Een dergelijk ‘buitengewoon verlof’ kan desgewenst in landsbesluiten in beide landen vastgelegd worden dan wel in een vier partijen overeenkomst.”
Hij zit trouwens in Miami en zal alleen indien noodzakelijk in het kader van het strafrechtelijke onderzoek zo nu en dan afreizen naar Curaçao. Het voordeel van ‘buitengewoon verlof’ is, zo legt hij uit: ,,Met het vorenstaande bereikt uw cliënt (de minister van Financiën, red.) - nog even los van het feit dat het een en ander afgestemd dient te worden met het land Sint Maarten - materieel op een aanzienlijk minder ingrijpende en voor mijn reputatie aanmerkelijk minder diffamerende wijze exact hetzelfde, aldus dat door mij - gedurende de duur van het strafrechtelijk onderzoek - in het belang van de CBCS, de landen en het onderzoek, afstand wordt genomen van CBCS.”
Zo’n aanpak van buitengewoon verlof is eerder toegepast, toen ex-gezaghebber en de latere ex-interim-premier Stanley Betrian bij de Centrale Bank werkzaam was.

Overigens wijst Tromp erop dat hoewel Jardim een schorsing twee weken geleden publiekelijk heeft aangekondigd, deze schorsing ‘buitenwettelijk’ tot stand is gekomen.
Volgens de CBCS-president kan hij ook niet geschorst worden. Hij voert hier diverse formele bezwaren tegen aan. Zo voorziet het Centrale Bank-statuut niet in een door Jardim gewenste schorsing zónder een aanbeveling van de Raad van Commissarissen (RvC). Deze aanbeveling ontbreekt, zo voert Tromp aan (bovendien blijkt dat een meerderheid van twee van de drie commissarissen schorsing prematuur te vinden, zoals deze krant eerder aan de hand van stukken onthulde, red.).
Daar komt bij dat het Land Curaçao het voornemen tot schorsing niet bekend heeft gemaakt en dat de minister ook niet gemachtigd is dit (in zijn eentje, red.) te doen. Verder is een schorsing alleen mogelijk als beide landen, dus ook Sint Maarten, daartoe besluiten. ,,Van een dergelijk handelen van Sint Maarten is mij niets gebleken”, aldus Tromp. De minister van Sint Maarten heeft de bankpresident ook niets kenbaar gemaakt hierover.
En als Sint Maarten al een dergelijk voornemen zou hebben, dan zijn de redenen Tromp niet bekend. De CBCS-president voegt eraan toe: ,,Voor zover voorts die redenen zouden bestaan is mij niet de gelegenheid geboden ter zake die voorgenomen schorsing gehoord te worden.” En tot slot stelt de CBCS-topman dat hem te weinig tijd gegund is om zich deugdelijk te verweren.
Met klem wil hij verder kenbaar maken dat ook dit schrijven, zijn verweer gericht aan advocaat Hammoud van minister Jardim, niet gezien kan worden als effectief gehoord worden. ,,Gehoord worden veronderstelt in mijn optiek meer dan slechts het schriftelijk uiten van mijn mening ter zake de voorgenomen schorsing. Gehoord worden veronderstelt een bespreking met de beslissingsbevoegden (dus de landen) waarin ook de mogelijkheid geboden wordt daadwerkelijk de beweegredenen ter zake het schorsen te vernemen, daarop te reageren en mogelijk ook eventuele alternatieven te berde te brengen en deze daadwerkelijk te bespreken. Met de door uw cliënt (Jardim, red.) geboden mogelijkheid tot schriftelijke uitlatingen is van een effectief horen geen sprake”, zo vindt Tromp.