Van onze correspondent
Den Haag - Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) blijkt de waarschuwing dat een nieuwe Europese richtlijn zeer nadelige gevolgen zou hebben voor onder meer inwoners van het Caribisch deel van het Koninkrijk in de wind te hebben geslagen.

dijsselbloem
Per 1 juli is de zogeheten Mortgage Credit Directive (MCD) ingevoerd met de bedoeling burgers in alle EU-lidstaten eenzelfde hoge mate van bescherming te bieden bij het afsluiten van een hypotheek. Zoals deze krant eerder deze week berichtte, is het gevolg dat financiële instellingen in Nederland alleen nog maar hypotheken verstrekken aan klanten met een inkomen in euro’s.
De maatregel treft inwoners van de eilanden met een inkomen hoofdzakelijk in Antilliaanse/Arubaanse guldens of dollars die een huis willen kopen in Europees Nederland, voor zichzelf - bijvoorbeeld als pied-à-terre - of voor een studerend kind. Ook expats kunnen bij terugkeer geen hypotheek meer krijgen, tenzij ze een inkomen in euro’s hebben. Leven zij voornamelijk van een pensioen in lokale valuta, dan zijn ook zij aangewezen op een (dure) huurwoning.
,,De MCD bepaalt dat consumenten met een ander inkomen dan in euro’s het recht hebben om hun lening op enig moment om te zetten in een andere valuta of dat zij een beroep moeten kunnen doen op een regeling die het koersrisico beperkt. Dit betekent voor banken dat als zij deze klanten willen blijven bedienen, zij bovenop het kredietrisico ook een valutarisico gaan lopen en dat zij grote investeringen moeten doen voor een kleine groep klanten, om het omzetten van een hypotheek in vreemde valuta mogelijk te maken”, aldus woordvoerder Jelle Wijkstra van de Vereniging van Nederlandse Banken (VNB).
,,Op basis van de extra risico’s en de hoge kosten besluiten veel banken om geen nieuwe woninghypotheken te verstrekken aan klanten met inkomens in vreemde valuta. De VNB heeft de overheid tijdens het consultatieproces gewezen op dit mogelijke gevolg van deze bepaling uit de MCD.” Woordvoerders van de grootste hypotheekbemiddelingsorganisaties - de Hypotheker en Viisi - bevestigen dat ook andere geldverstrekkers de lijn van de banken volgen.
Het ministerie van Financiën verwijst voor een reactie aanvankelijk naar de collega’s van Veiligheid en Justitie omdat bepalingen over leningen in vreemde valuta deel uitmaken van het burgerlijk wetboek, maar komt daar later op terug en verstrekte de volgende verklaring:
,,Uiteraard is door de MCD-richtlijn niet beoogd om de groep consumenten met een salaris in een andere valuta dan de euro uit te sluiten van het verkrijgen van een hypothecair krediet. Inmiddels zijn signalen ons hierover bekend geworden.” De vraag waarom Dijsselbloem de waarschuwing van de NVB heeft genegeerd, laat het ministerie onbeantwoord. Hetzelfde geldt voor de vraag waarom Nederland er niet in navolging van het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Tsjechië voor heeft gekozen dat een hypotheekverstrekker kan volstaan met het afdoende waarschuwen van de klant tegen het valutarisico.
Doordat de regering dat niet heeft gedaan, is er ook onderscheid ontstaan tussen inwoners van het Europese en het Caribische deel van het land Nederland, want de MCD werpt ook een barrière op voor burgers uit de gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het ministerie tenslotte: ,,De regering zal de omvang van dit probleem onderzoeken en, als daartoe aanleiding bestaat, kijken welke maatregelen nodig zijn.”