Van onze correspondent
Den Haag - Het kabinet-Rutte zegt de zorgen van het Tweede Kamerlid Ronald van Raak (SP) over de illegale goksector op Curaçao ‘serieus’ te nemen, maar kan zich er zelf niet zo druk om maken. gokken
Uit de antwoorden die minister Stef Blok (VVD) als plaatsvervangend minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) mede namens staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (V&J) Klaas Dijkhoff (eveneens VVD) gisteren naar de Kamer stuurde, spreekt in elk geval geen al te grote urgentie.
Van Raak stelde in mei in een tijdbestek van enkele weken vele tientallen schriftelijke vragen over de in zijn ogen maffiose praktijken van online casino’s die door de overheids-nv UTS en het accountantskantoor KPMG worden gefaciliteerd en door de Curaçaose overheid gedoogd. De SP’er voerde onder meer aan dat het land tientallen miljoenen aan belastinginkomsten misloopt omdat er niet wordt opgetreden tegen louche ondernemers die met een Curaçaose vergunning illegaal via het internet gokspelletjes op de Nederlandse markt aanbieden.
Blok: ,,De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en ik nemen de door u geuite zorgen over de kansspelmarkt op Curaçao serieus en zetten ons in om de uitbreiding van illegaal kansspelaanbod vanuit Curaçao in Nederland te voorkomen.” De bewindsman wijst er in dat verband op dat zijn collega Ard van der Steur van V&J tijdens het Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO) van 1 juni minister Nelson Navarro (PAIS) om aandacht gevraagd voor het toezicht op internetgokken. ,,Voor regeling van het toezicht is op Curaçao een landsverordening in voorbereiding”, aldus Blok die benadrukt dat het aanbieden van kansspelen vanuit Curaçao en de aanpak van mogelijke misstanden een landsaangelegenheid van Curaçao is. ,,Daarmee is het een aangelegenheid van de regering en het Openbaar Ministerie (OM) van Curaçao om het toezicht op online-kansspelen goed te regelen.”
In reactie op de vragen van Van Raak naar onder meer UTS, KPMG en met naam en toenaam genoemde ondernemers zegt Blok geen vragen te (kunnen) beantwoorden over individuele Curaçaose bedrijven, bedrijfsconstructies en burgers. Als bewijs dat het OM zichtbaar optreedt tegen misstanden die raken aan de integriteit van bestuur, waarbij ook de gokindustrie in beeld is, refereert hij aan de Bientu-zaak.
,,De Nederlandse kansspelautoriteit heeft geen handhavingsbevoegdheden buiten het Nederlandse grondgebied en dus ook niet op Curaçao. Zij zet zich wel in voor een verbetering en meer structurele samenwerking met Curaçao. Indien Curaçaose kansspelaanbieders actief zijn op de Nederlandse markt, beschikt de Nederlandse Kansspelautoriteit over de handhavingsbevoegdheden zoals opgenomen in de Wet op de kansspelen."
De kansspelautoriteit heeft, zo meldt Blok, meerdere meldingen over Curaçaose aanbieders die illegaal in Nederland kansspelen zouden aanbieden, onderzocht. ,,Het bleek te gaan om illegale kansspelen met een beperkte omvang op de Nederlandse markt. Het onderzoek heeft geleid tot interventies, waarna de overtredingen zijn beëindigd. Tot nog toe kon worden volstaan met informele handhavingsinstrumenten jegens illegale loterijen en het opleggen van boetes aan de aanbieders van online-kansspelen.”
Het kabinet ziet in deze kwestie geen rol voor het College financieel toezicht (Cft). ,,Dat heeft een signalerende en adviserende rol ten aanzien van de begroting op basis van de Rijkswet financieel toezicht (Rft). Het College heeft niet de bevoegdheid om op te treden in deze materie. Ik ben niet voornemens om de bevoegdheden van het Cft uit te breiden. Overigens is de Rft een consensus Rijkswet; wijziging daarvan behoeft instemming van de landen.”