Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het georganiseerde bedrijfsleven twijfelt bij monde van belangenvereniging VBC eraan of de op het eerste gezicht gunstige berichten over groei in 2015 (van +0,2 procent) en in 2016 (+0,5 procent) ‘het lang verwachte en gehoopte signaal is’ dat de economie van Curaçao zich nu gaat herstellen en duurzaam gaat groeien met minimaal 2 à 3 procent per jaar conform het gemiddelde in de regio.
Op grond van verschillende in de jongste Newsletter aangehaalde punten ‘moet worden getwijfeld of een groeicijfer van 2 à 3 procent snel gehaald zal worden’. ,,Immers, vooralsnog wordt niet voldaan aan de voorwaarden om een dergelijke duurzame groei te realiseren”, aldus de VBC.
De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) heeft eind december 2015 bekendgemaakt dat de economie in 2015 naar alle waarschijnlijkheid een reële groei van 0,2 procent zal realiseren. Voor 2016 verwacht de CBCS dat de economie van Curaçao met 0,5 procent zal groeien.
,,Na drie opeenvolgende jaren (2012, 2013 en 2014) geconfronteerd te zijn met een krimp is deze berichtgeving uiteraard goed nieuws.” Maar de VBC twijfelt er enerzijds aan of dit wel helemaal klopt en vooral of het voldoende is, want 2 à 3 procent is nodig ‘omdat economische groei van minder dan 1 procent te marginaal is om de financieel- en sociaaleconomische vraagstukken waarmee Curaçao kampt, structureel op te lossen’.
De Newsletter wijst op een aantal ontwikkelingen die zich manifesteren. Zoals het vertrouwen in de economie van Curaçao, dat volgens de CBCS nog onvoldoende is hersteld getuige het feit dat de private investeringen in 2015 verder zijn afgenomen. ,,De rapportage van de CBCS dat de groot- en kleinhandel in 2015 is gegroeid wordt door geraadpleegde representanten uit deze sectoren in twijfel getrokken. Zij hebben geen groei van omzetten kunnen waarnemen.”
De lichte groei van 0,2 procent is voornamelijk gebaseerd op toename van de overheidsbestedingen, meer in het bijzonder de bouw van het nieuwe ziekenhuis en renovatie van het wegennet. ,,De keerzijde van deze investeringen is dat ondanks een begrotingsoverschot, leningen afgesloten moesten worden waardoor de schuldquote in 2015 is toegenomen en op 42,7 procent is uitgekomen. Dit is hoger dan de norm van 40 procent die het IMF beschouwt als beheersbaar voor kleine open economieën als de Curaçaose.”
Zowel de Wereldbank als het IMF heeft de mondiale economische groeiverwachtingen voor 2016 naar beneden bijgesteld, terwijl de CBCS zich baseert op het uitgangspunt dat deze zal aantrekken, in ieder geval de economieën van de voornaamste handelspartners van Curaçao: Nederland en de Verenigde Staten.