Tijdens het proces krijgt Van Leeuwen van de rechter ruimschoots de gelegenheid om de bestaande situatie en het eisenpakket, dat daartoe heeft geleid, nader uiteen te zetten.

 

Hij toont zich tevreden over het verloop tot dusver. ,,Ik ben blij met de welwillendheid van de overheid. Voor het eerst in 15 jaar zitten we op één lijn, meningsverschillen zijn bespreekbaar, en over het bestaande verschil van inzicht over het aantal meetlocaties, meetfrequentie en gezondheidsnormen gaan we opnieuw praten met de GGD uit Amsterdam, die gisteren in een Skype-overleg een deskundige partner is gebleken.”

GGD Amsterdam kreeg van het ministerie van GMN de opdracht tot het maken van een ‘meetplan’. De voorlopige tijdslimiet van het meetplan is gesteld op juli 2016. Ook de plaatselijke GGD en epidemioloog Izzy Gerstenblut worden betrokken bij het plan.
GGD Amsterdam verrichtte ook al metingen naar vluchtige organische stoffen (VOS) in het laatste kwartaal van 2014 en vanaf 2010 naar zwavel en fijnstof. Van Leeuwen toont daarbij grafieken met enorme normoverschrijdende pieken, door Smoc op de website luchtmetingencuracao.org geplaatst. ,,Meten is weten, maar je moet wel iets met die wetenschap doen”, aldus de Smoc-voorzitter, die oproept tot spoedige actie. ,,Toevallig of niet, het Nederlandse ministerie van Defensie gaat eveneens metingen verrichten naar de stoffen waarvan wij het fijne willen weten. De uitslag van dit onderzoek dat in Julianadorp gaat plaatsvinden wordt in januari verwacht”. Ook de Kamervragen die eergisteren zijn beantwoord geven de ernst van de zaak weer. Het antwoord van minister Plasterk geeft echter ook aan dat het aan Curaçao is om bijstand - zowel financieel als technisch - te krijgen van Nederland, echter alleen als daar expliciet om gevraagd wordt. Een reden voor de rechter om bereidheid te vragen aan de vertegenwoordigers van het Land om de minister te bewegen daadwerkelijk te vragen om hulp. ,,Misschien kunt u een techniek bedenken waardoor het lijkt dat de minister het zelf bedacht heeft”, suggereert de rechter. Waarop de GMN-beleidsdirecteur aangeeft dat er communicatie is.
Tot slot wees de rechter op een belangrijk preventief aspect. Hij waarschuwde het Land voor de trend dat rechtszaken tegen overheden op het gebied van milieu en gezondheid steeds vaker worden gewonnen. ,,Het is beter nu te investeren in degelijke onderzoeken en maatregelen zodat dure processen in de toekomst kunnen worden vermeden. Dat vereist een totaalvisie.”
Met genoegen constateert de rechter dat de weg van overleg, die op zijn aandringen is opgegaan, de juiste is, zij het dat de vinger aan de pols moet worden gehouden.

Foto Els Kroon