Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De netto positie van de overheid bij de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) is recentelijk gestegen met 55,5 miljoen gulden als gevolg van een overmaking door Nederland van geïnde dividendbelasting in het kader van de Belastingregeling van het Koninkrijk (BRK).
Dit meldt de Centrale Bank in de onlangs gepubliceerde balans per eind februari 2015. In zijn jongste Financiële Management Rapportage (FMR) geeft minister José Jardim aan een bedrag van 28 miljoen euro te verwachten ‘ingevolge de overmakingsregeling’ met betrekking tot de bedragen over de belastingjaren 2011 en 2012 die van Nederland naar Curaçao zijn gevloeid. ,,Deze worden thans opgenomen in de prognose voor 2015”, schrijft de bewindsman.
Enerzijds lijkt sprake van een ‘meevaller’ nu 55,5 miljoen gulden aan BRK-gelden is gestort, terwijl volgens een eerdere FMR oorspronkelijk 21,1 miljoen gulden was begroot, anderzijds werd in 2014 nog rekening gehouden met circa 61,7 miljoen gulden. De sterke daling van de eurokoers speelt Curaçao echter flink parten.
Maar Curaçao kon pas daadwerkelijk over de gelden beschikken nadat duidelijkheid was verkregen van de Hoge Raad dat de inhouding van dividendbelasting door Nederland niet onrechtmatig heeft plaatsgevonden.
Ook het College financieel toezicht (Cft) schreef nog niet zo lang geleden in een reactie op de FMR van Jardim dat de cijfers nog een voorlopig karakter hadden, mede omdat nog geen rekening was gehouden met een mogelijke meevaller naar aanleiding van een uitspraak over de BRK-gelden. Die zaak gaat over winstuitkeringen van Nederlandse vennootschappen aan moeder-nv’s op Curaçao en de inhouding van dividendbelasting.