Op 10-10-10 is het op de kop af 35 jaar geleden dat ik samen met mijn vrouw Ankie Curaçao voor het eerst bezocht. Wat een toeval dat deze datum samenvalt met de start van de zelfstandigheid van het eiland! Sindsdien bezochten wij het meer dan 40 keer, zowel voor mijn werk als voor vakantie. Wij ervaren het als ons tweede vaderland en kunnen er geen genoeg van krijgen. Ons eerste onderkomen in 1975 was hotel Flamboyant ,later door brand verwoest, en na vele veranderingen en andere namen nu bekend als Breezes. Bij volgende bezoeken werd Avila Beach Hotel ons geregelde onderkomen, eerst nog een wat primitief hotel, wel met een heel eigen sfeer. De vriendelijke mevrouw Pieters stond meestal achter de grote rondhouten balie en in de lobby zat achter zijn tafeltje de altijd keurig geklede en sigaar rokende heer Koeiman. Hij zorgde onder meer voor de verkoop van kaartjes voor de zwemliefhebbers. Na de vele verbouwingen geleid door Nic Moller zijn nu alleen nog de porseleinen honden in de lobby van die tijd over. Ik was vaak op het heerlijke terras aan het werk als mevrouw Pieters omriep ‘Meneer Krispijn telefoon alstublieft’ (het mobieltijdperk was nog lang niet aangebroken). De verbouwingen van Nic Moller waren prima in stijl met het oorspronkelijk karakter zowel qua architectuur als inrichting. Helaas, wat een deceptie toen wij de laatste uitbreiding voor het eerst zagen. Van de mooie tropisch aandoende entree met zijn mooie beplanting was min of meer de rechterkant afgehakt. Rechts staat er nu - ik noem het maar een veramerikaanste - bebouwing en bij de entree is ’s avonds een soort neonverlichting in plaats van de vriendelijke Avila lampjes. Amerikaans aandoende hotels zijn er genoeg op Curaçao. Zonde dat Avila ook hierdoor is geïnfecteerd. Kees Krispijn, Nederland (op vakantie in het fantastische huisje bij Miranda en Jürgen Schneider in Jongbloed). Kees Krispijn is tussen 1975 en 1979 werkzaam geweest bij de totstandkoming van Sentro Deportivo Kòrsou.