Door Benjamin Visser
De Sustainable Development Goals (SDG’s)-week is in volle gang, en is gevuld met een rijk aanbod aan bewustwordingslezingen, Zoom-meetings en jeugdactiviteiten. De SDG-week trekt ook op met de Cultuurweek, Siman di Kultura, met als thema ‘ban kunuku ban planta’, en met de Curaçao Pride. De Curaçaose SDG-taskforce heeft daarnaast nog twee grote SDG-vlaggen opgehangen bij de Sociaal-Economische Raad (SER) en in Fòrti. Deze activiteiten helpen bij de bewustwording van het volk over de grote uitdagingen en mogelijkheden die het behalen van deze SDG’s in 2030 betekent. Maar waar staan we als eiland eigenlijk op elk van de 17 SDG’s?

Nadat Curaçao de SDG’s ratificeerde in 2015, werd in 2018 door een tienkoppige taskforce van de SDG van de Verenigde Naties een ‘Rapid Integrated Assessment’ (RIA) uitgevoerd waarin een systematische analyse werd gedaan van alle, in totaal veertien (sub)nationale beleids- en ontwikkelingsplannen, zoals onder andere het Nationaal Development Plan Curaçao en de National Energy Policy Curaçao. Hierin werd gemeten in welke mate deze plannen overeenkomen met de 17 SDG’s en hun sub-indicatoren (in totaal 113). Resultaat was dat 69 procent redelijk overeenkwam, 22 procent van de Curaçaose beleidsplannen kwam helemaal overeen met bepaalde SDG’s, 47 procent kwam gedeeltelijk overeen en 30 procent kwam helemaal niet overeen. Dit staat opgetekend in ‘An SDG Roadmap for Curaçao’, UNSDG maps 2018). Maar dit gaat enkel nog over de beleidsplannen, maar waar staan we op dit moment, anno 2022, qua SDG’s?
Genoemd rapport concludeerde ook al meteen dat ons Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op zijn best hooguit 16 procent van de SDG’s en sub-indicatoren kan (re)produceren. De evolutie van monitoren en statistische capaciteit is op zich dus al een vak apart en ook al in ontwikkeling. Uit deze behoefte en interesse produceerde het bedrijf Samyama Permaculture Transition zelf een (sterk) versimpelde analyse van de huidige stand van SDG-zaken. Aan verschillende experts werd een aantal SDG’s voorgelegd overeenkomend met hun vakgebied. Aan hen werd gevraagd of zij vanuit hun expertise een cijfer konden geven (tussen 1 en 10) aan iedere sub-indicator van de 17 SDG’s. In totaal leverden acht experts input: vanuit GMN, het bedrijfsleven, de University of Curacao (UoC), het Wereldnatuurfonds en biologisch onderzoeksinstituut Caribbean Research and Management of Biodiversity (Carmabi). Het gemiddelde van de sub-indicatoren per SDG werd dan het eindcijfer voor die betreffende SDG. Er werd ook bewust gezorgd voor overlap, zodat de spreiding van iedere expert ten opzichte van dat specifieke SDG-gemiddelde bekeken kon worden, en die was verrassend laag. Met andere woorden: de experts waren het grotendeels met elkaar eens. Deze gegevens zijn te zien in het spider-diagram.sdggrafiek
De best scorende SDG is ‘nummer 3: health & wellbeing’, met een 7,8 (blauw). Daarna scoren er zes SDG’s tussen 5,5 en 6,6 (groen). Vier SDG’s zitten tussen de 4,5 en 5,5 (oranje), terwijl zes nog op een diepe onvoldoende zitten (rood).
Voor nu worden even alleen de rode cijfers toegelicht. Doel 12 ‘Sustainable consumption & production patterns’ (score 2,4) valt vooral op door de grote ecologische voetafdruk en lage ‘recycling rate’. Het herinstalleren van de Minimum Sustainability Standard (MSS) voor het bedrijfsleven en daar als overheid actief het inkoopbeleid van af laten hangen, kost geen extra geld. Goal 14 ‘Life below water’ (score 3,2) loopt vooral mank op de onvoldoende initiëring en bescherming van (nieuwe) natuurgebieden, overbevissing en lozingen. Het advies: eerbiedig de adviezen en inspanningen van onze lokale milieuorganisaties die dit al decennialang aankaarten en bevechten. Voor goal 2 ‘Zero Hunger’ (score 3,4) is vooral de beschikbaarheid van landbouwgrond en de duurzame teelt een heikel punt. Dit terwijl van alle beschikbare landbouwgrond maar 5 procent bezet wordt door boeren, en daarvan maar werkelijk 20 procent wordt beteeld. En dan te weten dat er 150 hydroponniers en 30 syntropische boeren in spe, en in totaal 1.000 aanvragers al jarenlang wachten op een stukje land. De werkelijke boost komt echter uit een actieve bescherming en uitbreiding van de ‘makutu lokal’, gepaard met een eerlijke prijs voor de boer. Goal 6 ‘Clean water & Sanitation’ (score 3,7) wordt nog altijd geblokkeerd door een gebrekkige waterzuivering en een lage efficiëntie in watergebruik bij hotels, industrie en inwoners. Advies: activeer het ‘Integraal Watermanagement Plan voor Curaçao’, uit 2016, waar de ministeries van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP) en Economische Ontwikkeling (MEO), evenals lokale niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) aan hebben gewerkt. Goal 13 ‘Climate Action’ (score 3,9) stimuleert vooral beleid voor klimaatverandering en -aanpassing en de integratie in het onderwijs. Tot slot Goal 7 ‘Clean Energy’ (score 4,2). De energietransitie gaat te langzaam, wordt niet decentraal georganiseerd en energie voor transport wordt niet meeberekend.
De belangrijkste boodschap is dat de verschillende ministeries met elkaar moeten gaan samenwerken, de eigen ministeriële belangen overstijgen en integrale oplossingen ontwikkelen. Dat alles moet in wet- en regelgeving vastgelegd worden. Om al deze doelen te halen in 2030 (en dat is nodig om nog grotere calamiteiten te voorkomen zoals de klimaatcrisis, maatschappelijke ontwrichting door de grote welvaartsongelijkheid, een overvolle Malpais en een lege zee) moeten we alle goede bedoelingen stapelen, in plaats van ze in hun isolement af te schieten. Dus én een inkomensplafond voor overheidsentiteiten, én een maximale recycling afdwingen bij Selikor, én verhoging minimumloon, én het opzetten van een decentrale cannabisproductie voor (allereerst lokale) medicinale doeleinden, én het accorderen van het Integraal Watermanagement Plan voor Curaçao, én het circulaire Doughnutmodel als leidraad nemen voor onze economie, én een landhervorming doorvoeren ter behoeve van duurzame en regeneratieve landbouw, én het afschaffen van de zonnetaks van Aqualectra om de duurzame energietransitie te bespoedigen, én meer groene infrastructuur, én een suikertaks doorvoeren, én het verbieden van ‘single use plastics’, én ga zo maar door. En dan nog is het de vraag of al die goede (beleids)plannen genoeg zullen zijn voor het behalen van deze SDG-doelstellingen.
Het is tijd voor actie. Laat iedereen in zijn/haar eigen invloedssfeer nagaan hoe de grootst mogelijke verandering kan worden bewerkstelligd. Zet alle zeilen bij. Sta af en geef door wat je te veel hebt of niet of weinig gebruikt. Laten we samen om tafel zitten en vooral naar de lokale experts luisteren die de meeste ervaring hebben. Dit gaat niet alleen over Curaçao. De hele wereld staat voor dezelfde uitdagingen. En het is pompen of verzuipen.

Benjamin Visser is geboren en getogen in Brievengat/Jongbloed, en zat op het Radulphus College. Hij studeerde aan de Utrecht Universiteit, waar hij in 2012 een master behaalde in Energy Systems Analysis. De transitie naar een koolfstofslanke samenleving staat daarbij centraal, en welke energiebronnen daarbij te gebruiken. Gaandeweg is zijn interesse verbreed naar ook permacultuur, syntropic agroforestry, circular en inclusive economy. Met zijn bedrijf Samyama Permaculture Transition zet hij zich al sinds 2016 op het eiland in voor deze transitie, en is verder gastdocent, salsero, hovenier en yogi.

sdg1 Benjamin Visser is de initiatiefnemer van het voedselbos in Brievengat en werd indertijd vereerd met een bezoek van prinses Beatrix

 

 


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.