Nederland niet onwelwillend tegenover hulpvraag capaciteit

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Er is weer schot in de zaak wat betreft het strafrechtelijk traject in verband met Ennia, waar de gemeenschap de komende decennia een paar honderd miljoen in moet steken nadat er onder de Amerikaanse eigenaar Hushang Ansary voor enorme bedragen aan de verzekeringsgroep was onttrokken.

ennia dushiCapaciteitstekort was er debet aan dat justitie op Curaçao eerder nog niet veel heeft kunnen doen, maar dat wil niet zeggen dat het onderzoeksteam en de zaaksofficier van justitie hebben stilgezeten. Mede na de publiciteitsgolf in 2023, blijkt dat er een hulpvraag is gedaan aan Nederland en dat hier in principe welwillend op is gereageerd. Het is wachten op aanvullend antwoord vanuit Nederland.
Het Antilliaans Dagblad verneemt dat men in Nederland op zich bereid is ondersteuning te verlenen bij deze gecompliceerde zaak - de Nederlandse autoriteiten staan er open voor - maar dat bepaalde vragen over hoeveel capaciteit beschikbaar wordt gesteld en hoe lang, nog beantwoord moesten worden. Daar is vanuit Willemstad verheugd op gereageerd.
Dat zou betekenen dat de Ennia-zaak, die de afgelopen jaren voor veel maatschappelijke beroering heeft gezorgd, alsnog zou kunnen worden vervolgd. Want na de publicitaire commotie twee jaar geleden, bleek ineens dat er toch wél en zelfs al enige tijd een strafrechtelijk onderzoek ‘inzake Ennia en aan Ennia-gelieerde personen’ liep, zo liet het Openbaar Ministerie (OM) van Curaçao toen weten. Dit strafrechtelijke onderzoek ‘is nog niet afgerond’, luidde het.
Met aanvullende capaciteit vanuit Nederland zou er weer vooruitgang in de zaak komen. Eerder heette het dat het OM ‘door gebrek aan capaciteit en expertise’ nog geen werk had kunnen maken van de aangiften die al in 2018 en 2019 zijn gedaan.
,,Het is niet zo dat het OM deze zaak niet wil oppakken”, werd gesteld in september 2023. ,,Maar indien wij, politie en OM, niet over de capaciteit beschikken om onderzoek te doen naar zo’n complexe zaak als deze, dan lukt het even niet”, aldus de persofficier destijds. Dit leidde tot een storm van reacties vanuit de Staten, zowel coalitie als oppositie, en ook de minister van Justitie.
Het gaat om ten minste twee aangiften. Daarbij is toen volgens het OM de indruk ontstaan dat geen onderzoek is ingesteld. ,,Het Openbaar Ministerie wil deze onduidelijkheid graag wegnemen”, was de verklaring op dat moment.
Justitieminister Shalten Hato (MFK) stelde dat ‘capaciteitsproblemen bij het OM geen reden kunnen zijn om geen strafrechtelijk onderzoek te doen’. Hij wees er in deze krant op dat ‘als er geen capaciteit is, er altijd een beroep kan worden gedaan op het Recherche Samenwerkingsteam (RST) en, als dat nog niet genoeg is, dan kan de hulp ingeroepen worden van de andere eilanden of Nederland’.
Overigens wordt het onderzoek uitgevoerd door het RST en dat gebeurt onder verantwoordelijkheid van het zogeheten Centraal Team van het OM. Inhoudelijke mededelingen zijn nooit gedaan, wel stelde het OM ‘zich ervan bewust te zijn dat de problemen rond Ennia iedereen bezighouden’. Nadere informatie over deze zaak kwam niet, maar deze krant verneemt dat er wel verdere stappen worden gezet.
Ten aanzien van Ennia zijn (tot nu toe) geen strafrechtelijke veroordelingen uitgesproken, maar wel civiele aansprakelijkstelling van voormalige bestuurders en eigenaar Ansary wegens excessieve onrechtmatige onttrekkingen, alsmede veroordeling van de voormalige ceo voor jarenlange onrechtmatige betalingen en accountants zijn (tijdelijk) geschorst wegens beroepsfouten.
Dat de zaak complex is, is bekend, maar in de civiele procedures is al uitvoerig onderzoek gedaan en is heel diep op de problematiek ingegaan; vaak met naam- en toenaam, ook van degenen die tot nu toe nog niet werden gedaagd door de Centrale Bank CBCS, maar die volgens de Centrale Bank wel stuitingsbrieven kregen waarmee de verjaring van een rechtsvordering wordt stopgezet.