Analyse redactie
Wat is dat toch met sommige Gevmins? Binnen een week nadat de voormalig Gevolmachtigde minister van Aruba in Den Haag, Guillfred Besaril (MEP), is veroordeeld voor ambtelijke verduistering en misbruik van zijn functie, komen er verontrustende berichten vanuit een kantoorpand iets verderop in de Nederlandse regeringsstad: het Kabinet van de Gevolmachtigde minister van Curaçao (KGMC).
Schoonschip1Er is natuurlijk wel een groot verschil: de Arubaan Besaril is door de rechter schuldig verklaard; dat geldt zeker niet voor de Curaçaoënaar Carlson Manuel (MFK). Nog niet, althans.
De eerstgenoemde liet het Arubahuis betalen voor zaken waarvoor het geld helemaal niet bedoeld was. Het ging voornamelijk om privéaangelegenheden, waarvan hij - ten onrechte en op volstrekt onjuiste gronden - meende dat deze op kosten van het Land (lees: de Arubaanse bevolking) konden worden gebracht. Daarmee heeft hij ook misbruik gemaakt van zijn functie, zo luidde het oordeel van de rechter.
In het geval van de huidige ‘Gevmin’ van Curaçao regent het vooral klachten over zijn gedrag jegens KGMC-medewerkers, maar er zou ook méér aan de hand zijn. Dat dient uitgezocht te worden.
Zoals het Antilliaans Dagblad deze week meldde, bestaat er een (gespreks)verslag waarin misstanden van machtsmisbruik worden geschetst, zoals het door Manuel inzien van e-mailverkeer van personeel; en het bespioneren van KGMC-werknemers via camera’s (beeld en geluid). Maar ook onwenselijke situaties, zoals het hevig geëscaleerde conflict met zijn broer - die eerder door Manuel zelf aan een functie werd geholpen - en een andere, voorheen bevriende medewerker. Beiden genoten kost en inwoning in de door belastinggeld bekostigde residentie van de Gevmin in Den Haag/Scheveningen. De openlijke ruzie heeft een onwerkbare, vijandige sfeer op het kabinet tot gevolg.
Ernstiger nog zijn de aanhoudende geruchten over een ‘toko den toko’-achtige constructie: over het ontvangen van (huur)gelden en ‘commissieloon’ in privé, onder meer van een elektrotechnisch bedrijf van een kennis die klusjes uitvoert voor het KGMC. Toen de tweede waarnemend directeur deze aannemer om facturen en opheldering verzocht, greep Manuel hoogstpersoonlijk in. Dat roept op z’n minst vragen en twijfel op.

‘Voor spek en bonen’
Schoonschip2In de zaak rond het Arubahuis is behalve de Gevmin ook de voormalig waarnemend directeur veroordeeld. ,,Van een directeur mag worden verwacht dat hij een duidelijke visie uitdraagt, actief toeziet op de integriteit van processen binnen zijn organisatie en concreet en doeltreffend handelt als er iets misgaat”, stelt de rechter in Oranjestad. Tekenend vond het gerecht dat de Arubaanse directeur over zijn eigen functioneren verklaarde dat hij er ‘voor spek en bonen’ zat.
,,Treffender kan het niet worden geformuleerd. U bent hierdoor medeverantwoordelijk voor de schade die in deze zaak is toegebracht”, aldus de rechter. Met andere woorden: ambtelijk personeel kan zich niet verschuilen achter misstappen van hun politieke meerdere; zij dragen een eigen verantwoordelijkheid.

Verziekt
Wat betreft het Curaçaohuis is de situatie met betrekking tot de directie ernstig verziekt. De directeur zelf zit, na confrontaties met Gevmin Manuel, al zo’n twee jaar arbeidsongeschikt thuis. Zowel de eerste als de tweede waarnemend directeur heeft de minister met klem geadviseerd zich niet te bemoeien met operationele zaken, maar deze over te laten aan de ambtelijke leiding - juist ter bescherming van Manuel zelf. Dus om gepaste afstand te houden van uitvoerende aangelegenheden, ongeacht of de verwijten gegrond zijn of niet, met als doel hem te behoeden voor (verder) brokken maken. De situatie op het KGMC is echter intussen verder uit de hand gelopen, en medewerkers kunnen niet langer toezien hoe het Curaçaohuis een slecht figuur slaat.

Integriteit
,,Het gaat om de integriteit van het vervullen van de openbare dienst”, stelt de rechter in de Arubaanse zaak. Ook als er geen expliciete regelgeving of afspraken zijn, moet altijd het uitgangspunt zijn dat gemeenschapsgeld uitsluitend wordt besteed aan zaken die verband houden met (enig) landsbelang.

Raad van State
De positie van de Gevolmachtigde minister in Den Haag is van groot belang. De Gevmin maakt deel uit van de Rijksministerraad (RMR), die naast de Nederlandse ministerraad ook bestaat uit de Gevolmachtigde ministers van Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Het is uiteindelijk aan deze Gevmins om de Caribische belangen in de RMR te behartigen. ,,Dat is geen eenvoudige opgave, gegeven de verhoudingen binnen de RMR”, stelde de Raad van State recent in een spontaan advies ter gelegenheid van 70 jaar Statuut voor het Koninkrijk.
De Raad van State pleit ervoor de positie van de Gevmins in de RMR te versterken en hun meer ruimte te geven om hun standpunten - namens de (ei)landen - naar voren te brengen. Maar daarbij geldt wel een belangrijke kanttekening: ,,Uitgangspunt is dat de Caribische landen personen benoemen die over eigenschappen beschikken die passen bij de zwaarte van de functie.” Zo’n kritische opmerking maakt een gezaghebbend instituut als de Raad van State niet voor niets, na zeventig jaar autonomie.

Grote impact
De Gevmin in Den Haag is geen voorzitter van een feestcommissie of - met alle respect - een buurtcomité of dominoclub. Hij bekleedt een uiterst cruciale functie: een soort ambassadeur, het gezicht en de belangenbehartiger van de eilandelijke bevolking, en dat in het hart van de besluitvorming van het Koninkrijk - met vaak grote impact op de Caribische landen en hun burgers. Daarom hoort op die plek een gerespecteerd autoriteit en bruggenbouwer te zitten, iemand die integriteit hoog in het vaandel heeft.
Het is de hoogste tijd dat het kabinet-Pisas een grondig onafhankelijk onderzoek instelt naar het functioneren van het Curaçaohuis, van het kaliber Rekenkamer of Ombudsman, om waar nodig orde op zaken te stellen.