Premier Mike Eman (AVP) van Aruba stelde deze week in het parlement dat, alleen al gebaseerd op het commentaar van de Raad van Advies (RvA) de landsbegroting 2016 bij acclamatie en met algemene stemmen zou moeten worden goedgekeurd. Hij verwijst daarvoor naar één regel op één bladzijde van het in totaal 19 pagina’s tellende uitgebreide advies van de RvA. Feit is: het staat er wel, namelijk dat in 2016 het begrotingstekort uitkomt op 315 miljoen florin en het tekort van de publieke sector op 105 miljoen - oftewel afgrond op de voor dit jaar wettelijk voorgeschreven 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp); en mogelijk zelfs op 86 miljoen ofwel 1,7 procent bbp indien rekening wordt gehouden met het surplus bij (sommige) fondsen van de Sociale Verzekeringsbank (SVb).


Maar voor al het overige staat het schrijven van het hoogste adviescollege van de Arubaanse regering en Staten bol van de waarschuwingen en twijfels over de haalbaarheid en het realiteitsgehalte van de begroting 2016. Dat is de andere waarheid. Namelijk de volledig waarheid. De minister-president - élke zichzelf en vooral het parlement respecterende minister-president - dient de volledige waarheid te vertellen en niet halve of zelfs hele onwaarheden. Zeker als hij te gast is van de volksvertegenwoordiging.
En als de premier zich beroept op één zinsnede, die hem en de regering toevallig goed uitkomt, dan moet hij ook de context aangeven. Dat doet Eman, bewust lijkt het, niet. Want uit zijn verklaringen in het parlement wordt duidelijk dat de premier exact weet waar de schoen wringt en zelf ‘de meest relevante vraag’ waar het om draait formuleert: ,,Hoe zeker kunnen regering, Staten en gemeenschap zijn dat wordt voldaan aan de normen die wij onszelf hebben opgelegd?” De regeringsleider noemt het zelfs ‘een gerechtvaardigde vraag’. De premier stuurde er ook een perscommuniqué over uit met als onderkop: ‘Regering voldoet aan en gaat zelfs verder dan verwacht ten aanzien van het terugdringen van het nationaal tekort’.
Als Eman het een gerechtvaardigde vraag vindt, moet hij ook een fair en gerechtvaardigd antwoord geven. Dat wil zeggen: eerlijk en volledig. En de eerlijkheid is dat de ‘eigen’ Arubaanse Raad van Advies op 1 december 2015 uitvoerig is ingegaan op de ontwerp-Landsverordening tot vaststelling van de begrotingen van de ministeries van het Land voor het dienstjaar 2016 en onder het kopje ‘Conclusie en eindadvies’ meldt: ,,De Raad verwacht dat het financieringstekort voor het Land voor het dienstjaar 2016 hoger zal uitvallen dan het door de regering geraamde financieringstekort van 103,1 miljoen oftewel 2,0 procent van het bbp”.
Dit komt vooral doordat enerzijds de overheidsinkomsten ‘te optimistisch zijn geschat’, aldus de RvA, en anderzijds ‘weinig besparingen op de kosten worden verwacht in 2016’. Ondanks een verwacht SVb-surplus voorziet de Raad van Advies ‘dat de wettelijke tekortnorm van 2,0 procent van het bbp voor de collectieve sector niet wordt gehaald’. De RvA houdt op dat moment, begin december vorig jaar, rekening met nog slechts één mogelijkheid om alsnog wel aan de norm te voldoen: als de ABB (Arubaanse Bestedingsbelasting) ‘tijdig wordt ingevoerd’ en de rest van de collectieve sector overschotten produceert. Maar de ABB, die per 1 januari 2016 ingevoerd had moeten worden om bijna 46 miljoen florin voor de staatskas op te leveren, is er (nog) niet.
Zo is er veel meer (nog) niet ingevoerd. Zowel aan de kant van het stimuleren van overheidsopbrengsten als aan de kant van het drukken van de overheidsuitgaven. De RvA loopt ze een voor een langs om zich vervolgens af te vragen of de inkomstenverhogende maatregelen ‘wel toereikend zijn in het licht van het voldoen aan de norm conform de Landsverordening Aruba tijdelijk financieel toezicht (LAtft)’. Bij de aangekondigde 5 procent jaarlijkse besparing op personeelskosten zet de Raad grote vraagtekens: ,,Het is de Raad eerstens niet duidelijk hoe deze besparingsmaatregel geïnterpreteerd dient te worden.” Ten opzichte van dienstjaar wordt in 2016 slechts 1,3 procent bespaard, calculeert de RvA. Ook de jaarlijkse besparingen in de dienstjaren hierna blijven onder de 5 procent. Ten aanzien van diverse andere bezuinigingsmaatregelen meldt het adviescollege dat concrete acties veelal uitblijven. En over de Algemene Ziektekosten Verzekering (AZV), die kampt met almaar stijgende kosten, stelt de Raad dat uit niets blijkt dat de AZV ‘van zins is maatregelen te nemen om de kosten te beperken’ waardoor het Land zal opdraaien voor de tekorten. Terwijl de financiële positie van het Ziektefonds bij de SVb ‘al langere tijd zorgwekkend is’.
Het hele advies ademt twijfel en zorg over de slagingskans om de tekortnorm van 2 procent te realiseren. Zodanig zelfs dat de Raad haar commentaar besluit met het advies om de begroting ‘niet aan de Staten aan te bieden’ dan nadat een en ander veel beter is toegelicht en uitgewerkt. De Raad van Advies is zelfs ronduit kritisch over het feit dat de regering in het kader van de zogeheten BBA-systematiek (Balanced Budget Akkoord) is ‘afgestapt’ van de aanvankelijke meerjarenraming 2014-2018 met 26 maatregelen en de nieuwe meerjarenraming 2016-2020 - met ditmaal 7 maatregelen - heeft gepresenteerd. De Raad vindt dit ‘niet opportuun’ aangezien ‘het monitoren van de voortgang van het proces naar duurzame overheidsfinanciën hierdoor aanzienlijk wordt verhinderd’. De RvA meent dat hierdoor sprake is van ‘inconsistent begrotingsbeleid’.
Een deugdelijke begroting is noodzakelijk om de verslechterde overheidsfinanciën weer op orde te brengen. En om op een bepaald moment de staatsschuld - voor 2016 worden gerekend met 4.132 miljoen (4,1 miljard) florin aan nationale schuld - naar gezonde proporties terug te brengen. ,,Op deze wijze wordt de Arubaanse economie minder belast met mogelijke nieuwe belastingen”, schrijft de RvA. ,,En wordt de schuld sneller afgebouwd naar een aanvaardbaar niveau, hetgeen de zorgen in het Koninkrijk (lees: Nederland, red.) omtrent de hoge staatsschuld (van Aruba, red.) ten goede zal komen.” Dat laatste speelt natuurlijk, naast het debat in de Arubaanse Staten, nadrukkelijk op de achter- en mogelijk zelfs voorgrond mee. In mei 2015 zijn immers tussen Aruba en Nederland afspraken overeengekomen over de financiën van Aruba, naar aanleiding waarvan op 1 september 2015 de LAtft, die het financieel toezicht regelt, in werking is getreden.
Het daaruit voortgekomen College Aruba financieel toezicht (CAft) heeft over deze begroting 2016 - waarvan premier Eman zegt dat deze eigenlijk door alle 21 Statenleden zou moeten worden goedgekeurd - een negatief advies uitgebracht. Dit heeft echter niet geleid tot aanpassingen, maar ook heeft de regering verzuimd ‘gemotiveerd en doorwrocht’ aan te geven waarom eigenlijk niets met het advies van de CAft is gedaan. De Raad wijst er ‘met nadruk’ op dat dit met toekomstige landsbegrotingen echt niet (meer) kan.
Mogelijk heeft de Raad van Advies er wat onverstandig aan gedaan door in die ene zinsnede halverwege pagina 14 op basis van de ramingen van de regering aan te geven dat het tekort 2 procent bbp bedraagt en mogelijk zelfs 1,7 procent indien rekening wordt gehouden met het SVb-surplus. De politicus Eman heeft hier handig gebruik van gemaakt door deze zin eruit te lichten en - voor de gelegenheid - de context weg te laten. De RvA wijst zelf al op de mogelijk onjuiste interpretatie: ,,Verondersteld kan worden dat het tekort voor de collectieve sector voor het jaar 2016 mogelijk onder de wettelijk gestelde norm van 2,0 procent van het bbp zal uitvallen; gelet op de ruim geraamde middelen van het Land verwacht de Raad echter dat het tekort toch hoger zal uitvallen dan thans wordt voorgesteld.”
Eman: ,,Je kunt een andere politieke mening hebben, maar als de Raad van Advies zegt dat de regering in staat is het tekort tot onder de 2 procent terug te dringen, dan moet deze begroting bij acclamatie worden goedgekeurd.” Alsof parlementariërs en burgers de adviezen van de RvA niet zélf kunnen lezen. Politici mogen feiten best inkleuren, maar het rood uitgummen en een geheel eigen - AVP-groene - kleur geven, gaat wel erg ver. Voorlopig echter heeft de premier zijn zin gekregen; niet met algemene stemmen, maar met een nipte meerderheid van 11 voor en 10 Statenleden tegen, is de begroting 2016 ‘as is where is’ aangenomen.
Een regering kan niet worden verboden een rammelende begroting op te stellen, maar dan mag je van de Staten verwachten dat die zijn controlerende taak goed uitoefent, gebruikmakend van de beschikbare experts (Raad van Advies, CAft). En als dat niet gebeurt – of het nu op Aruba is of op Curaçao of Sint Maarten – roept het land over zich af dat er een aanwijzing volgt waarmee regering en parlement dus willens en wetens hun verantwoordelijkheid uit handen geven. Kortom, de correctie komt onherroepelijk en dat moet de burger een veilig gevoel geven.