Moeilijk te voorspellen of, wanneer en waar dit gebeurt

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Er is een kans dat de uit een tanker bij Tobago gelekte ruwe stookolie, waarvan maandag een deel aanspoelde op Bonaire, ook de Curaçaose wateren en kusten bereikt.

OlieCur2Maar ondanks dat de kustwacht nauwlettend de zee tussen Curaçao en Bonaire in de gaten houdt, is het ook mogelijk dat de olie zich ongezien tussen de eilanden verplaatst. Dat zegt Lesley Fer, directeur Risicobeheersing en Rampenbestrijding in een gesprek met het Antilliaans Dagblad.
Hoewel olie qua gewicht lichter is dan water, en het dus in principe blijft drijven, is het niet eenvoudig om te monitoren of de olie zich ook in de richting van Curaçao beweegt.
Een van de redenen hiervoor wordt genoemd door Andy Luciano, chef Weerkamer van de Meteorologische Dienst van Curaçao (Meteo). ,,Olievlekken zijn niet zichtbaar op radarbeelden, en ook nauwelijks op satellietbeelden”, zo zegt hij tegen deze krant.
Fer vult aan dat de kustwacht al sinds enkele dagen geregeld observatievluchten uitvoert tussen Curaçao en Bonaire, door vrij laag boven het water te vliegen. Tot op heden is er nog geen olie aangetroffen.
Daarbij moet echter wel een grote kanttekening worden gemaakt. ,,Olie die op zeewater drijft, kan na verloop van tijd iets zakken, tot net onder het wateroppervlak”, zo zegt Fer. Volgens hem is de olie vanuit de lucht dan moeilijk waar te nemen. Dit wordt bevestigd door de havenmeester van Bonaire, die eerder al zei: ,,We konden het lange tijd volgen via satellietbeelden maar op een gegeven moment verdwijnt zo’n enorme plak onder het wateroppervlak.”
Als dat gebeurt, is het dus maar de vraag of, wanneer en waar de olie op Curaçao aan land komt. Luciana zegt wel dat de Meteo door de autoriteiten gevraagd kan worden om informatie te geven over zeestromingen en op basis hiervan berekeningen te maken die kunnen helpen bij het inschatten van de weg die de olie gaat afleggen en met welke snelheid.OlieCur1
Mocht de olie inderdaad op Curaçao aan land komen, dan is er wel een draaiboek dat op dat moment in werking treedt, zo legt Fer uit. Dit is opgesteld door de werkgroep Oil Spill. Ook is er een WhatsAppgroep waarin vertegenwoordigers van verschillende instanties zitten, zoals de havenmeester, de kustwacht, de Maritieme Autoriteit van Curaçao (MAC) en de Meteo.
Een belangrijk onderdeel van dit draaiboek is het schoonmaken van locaties waar olie aan land komt. Volgens Fer is hier dan veel mankracht voor nodig en gebeurt dit grotendeels door de inzet van vrijwilligers.
Ook het biologisch onderzoekscentrum, en beheerder van meerdere natuurparken op Curaçao, Caribbean Research and Management of Biodiversity (Carmabi) zegt zijn diensten te hebben aangeboden aan de rampencoördinator en de havenmeester. Directeur Manfred van Veghel laat aan deze krant weten dat rangers van Carmabi gisterochtend een patrouille hebben uitgevoerd in het Curaçao Marine Park, dat strekt van het Spaanse Water tot aan Oostpunt. Volgens Van Veghel zijn er toen geen sporen van olie aangetroffen.
Van Veghel vervolgt: ,,Ook in het Christoffelpark en Shete Boka Park worden de stranden gemonitord door onze rangers. Verder zijn we in contact met andere organisaties die ook monitoren op Curaçao en Klein Curaçao, zoals Sea Turtle Conservation Curaçao (STCC). Zodra er olievervuiling wordt geconstateerd, word ik op de hoogte gesteld.”

Foto boven: het schip bij Trinidad

Foto onder: een besmeurde vogel op Bonaire. Foto Bonaire Wild Bird Rehab