Suvecu: Consument slechter af, want andere producten duurder

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Supermarkt Vereniging Curaçao (Suvecu) heeft aangegeven dat de vastgestelde marges van de basismand ‘Makutu Básiko’ in het algemeen onvoldoende hoog zijn om een gezonde bedrijfsvoering te voeren.

F01Basismand DOORLEES PAGE 9En omdat op sommige producten geen winst te behalen valt en zelfs verlies geleden wordt, is dit - uiteindelijk - niet gunstig voor de consument. Dat blijkt uit het onlangs uitgegeven advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over het nieuwste voorstel van de minister van Economische Ontwikkeling (MEO), Ruisandro Cijntje (PNP), om de basismand aan te passen en uit te breiden.

De SER: ,,Volgens Suvecu behelst gemiddeld 20 procent van de omzet van supermarkten producten uit de Makutu Básiko. Het betreft een gemiddelde; het exacte aandeel is afhankelijk van het soort supermarkt. Supermarkten verkopen deze producten, omdat het producten zijn die iedereen nodig heeft en om zodoende klanten aan te trekken voor de aankoop van andere producten waarvoor geen maximummarges zijn vastgesteld. Doordat de supermarkten het ‘verlies’ op de producten uit de Makutu Básiko moeten compenseren, worden de overige producten (goed voor gemiddeld 80 procent van de omzet) duurder geprijsd dan in feite noodzakelijk is. Het is dus niet in het belang van de consument, noch van de supermarkten. Indien supermarkten/kleinhandelaren in de gelegenheid worden gesteld om zelf de marges van producten te bepalen, zal er meer diversiteit in prijsvorming en aldus concurrentie kunnen plaatsvinden, hetgeen eveneens het belang van de consument dient.”

Eerder berichtte deze krant al dat volgens de SER de Makutu Básiko niet het geëigende hulpmiddel is om de armste mensen te bereiken. Ook garandeert de basismand geen lage prijzen omdat het om een percentage gaat over de inkoopwaarde, die ook onderhevig is aan inflatie.
,,Door (te lage) maximale marges te verbinden aan bepaalde producten, wordt naar het oordeel van de SER ook geen of in onvoldoende mate rekening gehouden met het bedrijfsbelang van de importeurs en de supermarkten”, wordt geconcludeerd.

En zo geeft SER als voorbeeld: ,,Het bevreemdt de SER voorts in het bijzonder dat de voorgeschreven prijzen van brood en eieren onveranderd zijn of zelfs iets lager zijn geworden, na een periode van tien jaar. De SER vraagt zich dan ook af of de minister rekening heeft gehouden met de inflatiecijfers over de afgelopen tien jaar, waaronder ook de sterk gestegen ‘cost of doing business’, en de verhoogde omzetbelasting (ob).”

In het SER-verslag staat geschreven dat in april van dit jaar (2022) een schaarste heerste aan eieren op Curaçao, wat deels het gevolg was van het tekort aan legkippen, en deels van de sterk gestegen prijzen van veevoer. ,,Een prijsaanpassing lijkt de SER dan ook verantwoord en verdedigbaar”, aldus het adviesrapport.

Bedrijfsbelang ondergesneeuwd

De SER heeft begrepen, zo staat in de rapportage, dat in 2011 tijdens de voorbereidingen voor een nieuwe systematiek voor het bepalen van de prijzen van producten in de Makutu Básiko, veelvuldig overleg is geweest tussen de vertegenwoordigers van de supermarktsector, de consumentenstichting Fundashon pa Konsumidó (FpK) en MEO. Bij dat overleg zijn toen marges overeengekomen waar zowel de sector als de regering zich in konden vinden. ,,Deze zijn echter niet in de regeling Makutu Básiko opgenomen”, zo constateert de SER. ,,Door (te lage) maximale marges te verbinden aan bepaalde producten, wordt geen of in onvoldoende mate rekening gehouden met het bedrijfsbelang van de importeurs en de supermarkten.” Dus er wordt met de conceptregeling Makutu Básiko 2022 vooral rekening gehouden met de consument en dan met name de sociale minima, maar niet altijd in afdoende mate met het bedrijfsbelang van de productleveranciers.

De SER vindt dat er ‘een zekere mate van evenwicht’ nodig en voldoende toestroom van een zo uitgebreid mogelijke keuze aan producten tegen concurrerende prijzen. SER: ,,Zeker met de huidige oplopende prijzen, waarbij het einde van de prijsstijgingen nog niet in zicht is, is het van belang om de markt zoveel mogelijk open te stellen om de prijzen concurrerend, op een zo laag mogelijk niveau, te houden.”

Aanbevolen wordt dan ook, ‘mocht de minister onverwijld besluiten de regeling Makutu Básiko al dan niet in gewijzigde vorm onverkort in stand te houden’, dat de hij rekening houdt met de modellen van kostenstructuren van supermarkten. Daar kan overigens wellicht de branchevereniging ook zelf een initiatief in nemen, zo suggereert de SER. Momenteel wordt volgens het adviesorgaan 60 tot 70 procent van de markt beheerst door de supermarkten (16 locaties). Het overige deel is in handen van zogenaamde toko’s en minimarkets (ongeveer 200 locaties).

Tot slot wordt verwezen naar de website van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) waarop staat: ,,Meer concurrentie kan de economie van een land verbeteren, zakelijke kansen scheppen voor burgers en de kosten van goederen en diensten in de hele economie laten dalen. Maar talrijke wetten en voorschriften beperken de concurrentie op de markt. Vele gaan verder dan nodig is om hun beleidsdoelstellingen te bereiken.”
Om dit verlengde stelt de SER dat de maximale marges die gesteld zijn voor de Makutu Básiko in de regel ook daadwerkelijk gehanteerd worden. Er is dus geen sprake van concurrentie op marges, ook omdat volgens Suvecu de marges te laag zijn en er geen winst mee te behalen valt en zelfs verlies geleden wordt op bepaalde producten uit de Makutu Básiko.