Coalitiegenoot Osepa: Verhogen van pakkans werkt beter

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Hogere straffen geven voor wapenbezit gaat niet werken, is gericht op domme mensen en de belangrijkste vraag is: gaat de regering dit wetsvoorstel intrekken?

osepaDit zijn bewoordingen van Statenlid en coalitiegenoot Sheldry Osepa (PNP) bij de centrale commissie Statenbehandeling van de ‘Landsverordening tot wijziging van de Vuurwapenverordening 1930 en de Wapenverordening 1931’. Als jurist is hij thuis in dit onderwerp. Zijn vurige pleidooi spreekt boekdelen. Uit onderzoek is gebleken, zo voert hij aan, dat niet de hogere straf daders van strafbare feiten afschrikt, maar de pakkans. En daar moet wat aan gedaan worden, zo vindt Osepa. ,,Want denk je dat die Venezolaan die twintig vuurwapens in een zak stopt erover nadenkt dat als hij gepakt wordt hij nu acht in plaats van vier jaar gevangenisstraf krijgt? Een crimineel gaat echt niet van tevoren nadenken over de strafmaat.”
Verwijzend naar de lijfstraffen en martelpraktijken van vroeger vraagt hij zich hardop af: ,,En heeft dit allemaal geholpen? Is het minder geworden?” En, terugkomend op onderzoek van een collega-Statenlid die aangeeft dat in 1985 de straffen beduidend lager waren: ,,En heeft de verhoging in de loop der jaren geholpen?”
Ten aanzien van het project ‘Ta basta awor’ waarbij wapens tegen een vergoeding ingeleverd konden worden en wat de regering nu weer nieuw leven wil inblazen zegt het Statenlid: ,,Het OM heeft zelf geconstateerd dat vuurwapengevaarlijke personen ver weg bleven van het instituut. Ja du-hu.”
Osepa ziet ook verschillen met de richtlijn die door het OM wordt gehanteerd voor het bepalen van de strafmaat. Die loopt ver uiteen van de wetgeving. Afhankelijk van waar het wapen is aangetroffen en hoe dit al dan niet gebruikt is, worden straffen geëist van 12 tot 24 maanden. ,,Waarom wordt dan niet eerst de richtlijn aangepast?”, zo vraag het Statenlid zich af. Temeer ook omdat het aanpassen van één wet, eigenlijk vereist dat een hele reeks wetten aangepast wordt om in verhouding te blijven. Zo moet een straf voor vuurwapenbezit wel in verhouding blijven met een straf voor moord.
En dat verhogen van straffen voor ‘domme’ mensen is bedoeld legt Osepa als volgt uit: ,,Het is wat het volk wil horen, de ongeschoolde mensen. Dit is ook uit onderzoek gebleken. Deze wet is dus gericht op een bepaalde groep in de samenleving, helaas een groot deel van Curaçao. Beter is het om onze mensen te scholen, dan hoeven we niet met dit soort onzinnige wetgeving te komen.”
Wat werkt wel? De jurist haalt professor Henk Elffers, hoogleraar strafrechtpleging aan de Vrije Universiteit aan: ,,Afschrikking heeft een bescheiden rol te spelen in bestrijding van criminaliteit. Toch zou het onverstandig zijn om de roep om zwaarder te straffen te negeren. Een verstandige reactie is om niet in te gaan op de suggestie om zwaarder te straffen. Het komt aan op het bieden van een alternatief plan, namelijk vaker opsporen en vervolgen.” Kortom, zo concludeert Ospea: ,,De crimineel moet weten dat hij sneller gepakt wordt, dat is de sleutel, dat is de oplossing.” En dus moet er volgens hem iets veranderen aan de controle en het verhogen van de pakkans. ,,We moeten niet in deze valkuil van verhoogde straffen vallen. Het klinkt prachtig, maar gaat niet werken.”