Regering heeft RMR verzocht ook volgend jaar te mogen afwijken van Rft

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het Land Curaçao komt volgend jaar, in 2021, een bedrag van 681,3 miljoen gulden tekort.
rvaDat blijkt uit de gisteren, op de tweede dinsdag van september, aan de Staten van Curaçao aangeboden ontwerpbegroting 2021. Het tekort betreft het verschil op de gewone dienst tussen de totale verwachte uitgaven (2.007,8 miljoen ofwel ruim 2 miljard) en alle geprojecteerde inkomsten (1.326,6 miljoen of ruim 1,3 miljard).
Aldus de door het Antilliaans Dagblad bestudeerde zogeheten ‘Recapitulatiestaten’ behorende bij de ontwerpbegroting 2021. Naast de genoemde saldi op de gewone dienst, bestaat de begroting ook uit een kapitaaldienst. Deze vertoont 140,9 miljoen aan uitgaven en 822,1 miljoen aan verwachte inkomsten, met een overschot van 681,3 miljoen (van gelijke omvang als het tekort op de gewone dienst).
Vanwege het aanzienlijke tekort op de gewone dienst voor het dienstjaar 2021 en het feit dat Curaçao vooralsnog geen toestemming heeft van de Rijksministerraad (RMR ofwel de Raad van Ministers van het Koninkrijk) om volgend jaar te mogen afwijken van de financiële normen, opgenomen in artikel 15 van de Rijkswet financieel toezicht (Rft), voldoet de ontwerpbegroting 2021 niet aan de Rft.
De Raad van Advies wijst op het feit dat tot heden de regering-Rhuggenaath nog geen overeenstemming heeft bereikt met Nederland inzake de verstrekking van de derde tranche en verdere tranches liquiditeitssteun; daarom is er volgens de Raad ‘vooralsnog geen uitzicht op de wijze van financiering van het begrotingstekort betreffende dienstjaar 2021’ en adviseert de regering hier ‘rekening mee te houden’.
De Curaçaose regering, die wordt gevormd door PAR en MAN, laat weten al een verzoek te hebben ingediend bij de Rijksministerraad om toepassing van artikel 25 van de Rft op het jaar 2021. Dit artikel gaat over ‘bijzondere omstandigheden’: Indien dit nodig is in verband met het herstel van schade veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen, waaronder natuurrampen (en de coronacrisis, red.), kan de regering in overeenstemming met een beslissing daarover van de RMR, besluiten af te wijken van de normen, genoemd in artikel 15.
De grootste inkomstenbron volgend jaar is de verwachte hoeveelheid van 1.156 miljoen aan belastingen. Aan ‘financiering’ is 720,1 miljoen nodig. Daar staan de uitgaven tegenover, waarvan de sociale zekerheidskosten van de overheid de grootste post vormen: 565,6 miljoen.
Gevolgd door ambtenarensalarissen, in verband waarmee de regering 416,3 miljoen begroot voor ‘beloning van personeel’. Aan subsidies wordt 234 miljoen besteed en 198,7 miljoen voor afname en verbruik van goederen en diensten. Het Land Curaçao betaalt volgend jaar 64,9 miljoen aan rente.
Opvallend is dat de Raad van Advies met andere cijfers werkt. De RvA heeft bij brief van 2 september 2020 advies uitgebracht over de ontwerpbegroting. ,,De totale ontwerpbegroting voor het dienstjaar 2021 behelst een bedrag aan totale overheidsuitgaven van 1.875.461.000 gulden, bestaande uit 1.744.865.300 op de gewone dienst en 130.595.700 op de kapitaaldienst. De gewone dienst sluit af met een tekort van 427,1 miljoen en de kapitaaldienst met een overschot van gelijke omvang.”
In een toelichting zegt minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën desgevraagd dat het concept naar zowel de RvA als het College financieel toezicht (Cft) gaat. ,,Beide geven advies. Het gebeurt vaker dat op basis van het Cft-advies de begroting wordt aangepast voordat naar de Staten gaat. De grootste aanpassingen zijn de kosten voor NOW (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) en ZZP’ers en enkele andere aanwijzingen van het Cft. Aangezien de RvA aangeeft hier rekening mee te houden, was het niet nodig om de aangepaste begroting naar de Raad te sturen.”