Van een onzer verslaggeefsters

Willemstad - Er is geen causaal verband tussen de schade die voormalig premier en MFK-leider Gerrit Schotte naar eigen zeggen heeft geleden door zijn strafrechtelijke veroordeling en het lekken van het memo van de Veiligheidsdienst Curaçao (VDC) in 2011.

schottecicelyZo heeft het Gerecht in eerste aanleg gisteren geoordeeld in de zaak die Schotte en zijn levenspartner Cicely van der Dijs hadden aangespannen tegen twee voormalige werknemers van de VDC - Edsel Gumbs en Yasser Dennaoui - en het Land Curaçao. Volgens de voormalige minister-president heeft de VDC hem en zijn partner schade toegebracht door in 2011 een memo over de MOT-meldingen van het paar naar de pers te lekken. Het tweetal vorderde dat het gerecht verklaart dat Dennaoui en Gumbs onrechtmatig hebben gehandeld door een memo op te stellen en naar de media te lekken, als gevolg waarvan Schotte en Van der Dijs schade hebben geleden en dat het Land aansprakelijk wordt gesteld voor de geleden schade. De rechter is echter een andere mening toegedaan en wees gisteren de vorderingen van Schotte en Van der Dijs af.

Volgens het gerecht is niet gebleken dat de mogelijkheid van schade het gevolg is van het memolek. ,,Uit de eigen stellingen van Schotte volgt dat het memo geen rol heeft gespeeld bij de beslissing van het Openbaar Ministerie om tot vervolging over te gaan en ook niet in de strafzaak zelf. De aldus door Schotte gestelde schade die voortvloeit uit zijn strafrechtelijke veroordeling staat dan ook niet in causaal verband met het lekken van het memo”, aldus de rechter in zijn oordeel. ,,Andere mogelijke schadeposten ten gevolge van het lekken van het memo zijn door Schotte c.s. niet gesteld. Ook overigens zijn deze mogelijke schadeposten niet gebleken. Daarmee is de mogelijkheid dat Schotte c.s. door het lekken van het memo schade hebben geleden, niet aannemelijk geworden. Daarmee hebben Schotte c.s. geen belang bij de door hen gevorderde verklaring voor recht dat het Land aansprakelijk is voor schade van Schotte c.s. ten gevolge van onrechtmatig handelen van het Land, voor zover daaraan ten grondslag is gelegd dat door (toedoen van) het Land het memo in de openbaarheid is gebracht. Dat betekent dat de vordering tegen het Land ook op deze grondslag niet toewijsbaar is.”

Schotte en Van der Dijs werden behalve niet-ontvankelijk verklaard, tevens veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van het Land worden begroot op 2.500 gulden aan salaris gemachtigde, aan de zijde van Dennaoui 2.500 aan salaris gemachtigde en aan de zijde van Gumbs 2.500 gulden aan salaris gemachtigde.