Van onze correspondent
Den Haag - De grensoverschrijdende criminaliteit in het Caribische deel van het Koninkrijk is ook voor Nederland zorgelijk. De verbindingen tussen de delen van het Koninkrijk betekenen een verhoogd risico voor de doorvoer van contrabande, waaronder wapens en drugs, vanuit het Caribische gebied naar Europa.

F05 Knops deelt zorgen AboutalebDe door de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb recent geuite zorgen hierover worden gedeeld door staatssecretaris Raymond Knops (Koninkrijksrelaties). Dat blijkt uit zijn antwoord op vragen van D66 over de impact van de veiligheidssituatie op Curaçao voor Nederland. Het zogenoemde baseline-initiatief voor versterking van de lucht- en zeegrenzen is daarom belangrijk. Knops verwijst hiervoor naar de onlangs gemaakte afspraken in het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO).
De vragen van D66 gingen over de gevolgen van de situatie in Venezuela, met name die van vluchtelingen op Curaçao. Knops nuanceert de gevolgen van de problemen voor Nederland: ,,De veiligheidsproblemen op Curaçao als gevolg van de situatie in Venezuela drukken vooral op het land zelf.” Daarom investeert het Nederlandse kabinet in het Recherche Samenwerkingsteam (RST), de flexpool van de Koninklijke Marechaussee en de Kustwacht Caribisch Gebied.
Knops legt vervolgens uit dat Nederland zelf verantwoordelijk is, via de douane en de marechaussee, voor de controles op goederen en personen die de Nederlandse grens passeren. Over de Caribische grenzen, waarover de vragenstellers suggereerden dat die ‘zo lek als een mandje zijn’, legt hij uit dat 900 kilometer kuststrook nooit 100 procent waterdicht zal zijn, ondanks controles door de kustwacht en technische hulpmiddelen die 24/7 doorgaan. ,,Er blijft altijd sprake van een zekere mate van blinde vlekken.”
Geprobeerd wordt die blinde vlekken te dichten door extra ondersteuning voor de kustwacht en de inzet van de Arubaanse en Curaçaose militie. Ook technologisch wordt gewerkt aan verbetering van de waldetectiecapaciteit. Knops is het met de vragenstellers eens dat het beter is contrabande aan de ‘zuidgrens’ van het Koninkrijk tegen te houden. Daarom wordt er geïnvesteerd in versterking van de genoemde samenwerking in het Caribisch gebied.