Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Kas di Kultura (KdK) is in transitie en wordt dusdanig gereorganiseerd dat het een coördinerend instituut wordt dat cultuurinstellingen samenbrengt en ervoor zorgt dat er cultureel bewustzijn wordt gecreëerd, zowel op scholen als in wijken en de samenleving als geheel.

kaskulturaZo wordt uitgelegd door Lizette Sambo-Velder, sectordirecteur bij het ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS).
Op dit moment wordt gewerkt aan een aanpassing van het bestuursmodel volgens de Code corporate governance met een directeur en een raad van commissarissen (RvC). Nu is Cathy Leito de interim-directeur maar eerdaags zal het sollicitatieproces starten voor een nieuwe directeur. Wat betreft het huidige bestuur, waarvan Roland ‘Roy’ Colastica de voorzitter is, zal nagegaan worden of dit over kan gaan in de profielen en functies van de RvC. Overigens stelt Sambo-Velder met klem dat al het personeel van KdK, 38 personen in totaal, in dienst zal blijven van de nieuwe organisatie, die omschreven wordt als ‘nationaal cultuurinstituut’, Instituto Nashonal di Kultura. Overigens is daarmee niet gezegd dat de naam Kas di Kultura verdwijnt. Over de naamgeving is nog geen discussie gevoerd. De bedoeling is dat er functieomschrijvingen komen en dat het personeel daar zoveel mogelijk ingepast wordt, soms met enige bijscholing. Er zijn cultuuraanjagers en eventorganisatoren nodig, maar ook historici en cultureel antropologen. Personeel van KdK kan uitgeleend worden aan organisaties en andersom kan KdK gebruikmaken van kennis en kunde die elders aanwezig is.
Sambo-Velder: ,,Er is steeds minder geld bij de overheid en we moeten een efficiëntieslag maken. OWCS-minister Marilyn Alcalá-Wallé (PAR) wil dat het hernieuwde instituut zich meer gaat richten op nation building, overbrengen van de geschiedenis in de juiste context, maar ook kennis over het materieel en immaterieel cultureel erfgoed. Om geld te besparen moet er meer samengewerkt worden met en gebruikgemaakt worden van de personen en instanties die ervaring hebben op kunst- en cultuurgebied. Om dit te bewerkstelligen moet er inzicht komen in wat er in de samenleving aanwezig is. Het gaat om matching en om ‘people management’. Kortom, het nieuwe instituut gaat een meer coördinerende rol spelen met een helicopterview. Op basis van verzamelde gegevens en evaluatie weten we straks wat er allemaal speelt en kan er een visie en strategie ontwikkeld worden voor het cultuurbeleid.”