Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Raad van Commissarissen (RvC) van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) heeft de CBCS-directie om opheldering gevraagd over de vermeende chantage van Neysa Schoop-Isenia.

cbcs,,We willen ook weten hoe de Raad van Bestuur dit verder gaat adresseren in de media”, zegt RvC-voorzitter Etienne Ys tegenover deze krant. ,,We nemen dit zeer serieus.” Ys zegt zich niet te kunnen voorstellen dat de CBCS-directie inderdaad de instructie aan haar advocaat Dave Liqui Lung heeft gegeven om over een soort integriteitsverklaring te onderhandelen: volgens Schoop-Isenia zou de bank haar als integer willen bestempelen onder de voorwaarden dat zij zich terugtrekt als kandidaat-minister, geen aangifte doet, geen civiele rechtszaak begint en geen klacht indient bij de beroepsorganisatie van accountants. Ys zegt geen oordeel te hebben over de uitlatingen van Neysa, maar dat de RvC ook de andere kant van het verhaal wil horen. ,,CBCS moet nagaan of een dergelijke instructie is gegeven aan de advocaat en als dat niet zo is of de advocaat op eigen houtje tot deze vorm van chantage heeft besloten. Beide kan ik mij niet voorstellen.”
Het is aan de directie van CBCS om de naam van Schoop-Isenia - die inmiddels haar kandidatuur voor minister van Economische Zaken heeft ingetrokken - te zuiveren, benadrukt Ys. ,,Als RvC gaan wij ervan uit dat de Raad van Bestuur actie onderneemt om dit in goede banen te leiden. Ik denk niet dat de directie erop uit was om de naam van wie dan ook te schaden en ook niet de reputatie van de Centrale Bank.”
In een audiotape die circuleert, gaat Schoop-Isenia uitgebreid in op de wijze waarop zij zou zijn gechanteerd. Haar eigen advocaat Michael Bonapart zou van de CBCS-advocaat het voorstel voorgelegd hebben gekregen dat ‘het onderzoek zou worden gestaakt’ als zij in ruil daarvoor niet alleen akkoord ging met het terugtrekken van haar kandidatuur als minister maar ook met de eis dat zij ‘nooit meer een beleidsbepalende functie bij een financiële instelling op Curaçao zou kunnen vervullen’. ,,Deze chantage accepteer ik niet, want dat zwaard van Damocles zal de rest van mijn leven boven mijn hoofd hangen”, aldus Schoop-Isenia op de geluidsopname.
Diezelfde dag - overigens ook de dag dat de tape is opgenomen - heeft zij minister-president Eugene Rhuggenaath en minister van Financiën Kenneth Gijsbertha geïnformeerd. ,,Die konden het niet geloven. In een vergadering met CBCS was juist afgesproken dat ik vandaag gebeld zou worden en dat zij een brief zouden schrijven om mijn naam van alle blaam te zuiveren”, zo zegt zij op audio, die via sociale media is verspreid. CBCS zou ook excuses moeten aanbieden. Volgens Schoop-Isenia is uiteindelijk met Gijsbertha afgesproken dat haar advocaat Bonapart een nieuwe brief opstelt en dat hij die met Etienne Ys doorneemt ‘om ervoor te zorgen dat de brief wordt ondertekend’. Ys bevestigt dat hij door Bonapart is gebeld om de inhoud van de brief te bespreken en dat hij enkele suggesties heeft gegeven. ,,Daar is het bij gebleven.”