Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Kandidaat-minister Neysa Schoop-Isenia heeft de Centrale Bank CBCS, en in het bijzonder waarnemend president Leila Matroos-Lasten, aangeklaagd en gedreigd met aangifte en eis tot schadevergoeding.

CBCSDit in verband met het door de president ad interim aan minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën beschikbaar stellen van een memorandum over Schoop-Isenia uit 2014. De advocaat van de beoogd minister spreekt over ‘uitermate negatieve uitlatingen’ die de CBCS heeft gedaan in het kader van de screeningsprocedure.
De Centrale Bank geldt overigens niet als een adviesuitbrengende instantie zoals genoemd in de screeningswet. Toch heeft Matroos-Lasten een memo over Schoop-Isenia doorgestuurd en daarmee een opvatting geuit over de geschiktheid voor een ministeriële functie, aldus advocaat Michael Bonapart.
Het betreft volgens hem eenzijdige interne notities die de CBCS in 2014 over Schoop-Isenia had opgemaakt. Zij was toen assistant managing director Finance bij Girobank, die sinds december 2013 onder de noodregeling valt. De notitie bevat ernstige beschuldigingen, suggestieve uitlatingen en feitelijke onjuistheden die door de CBCS nooit eerder aan Schoop-Isenia bekend waren gemaakt, bijvoorbeeld voor hoor en wederhoor.
De notities zijn opgesteld in het kader van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen (Ltbk), maar deze wet legt de Centrale Bank ‘een geheimhoudingsplicht op’. Ook als CBCS-topvrouw Matroos-Lasten buiten de screeningswet om was benaderd voor een standpunt over de kandidaat-minister, dan nog had zij die bijzondere opdracht niet kunnen accepteren.
In de stukken waarover het Antilliaans Dagblad beschikt zit niet het bewuste memo zelf, maar duidelijk is wel dat het document op 21 maart is verstuurd naar minister Gijsbertha. Naast Financiën doet hij er Economische Ontwikkeling bij, nadat Steven Martina was afgetreden. Schoop-Isenia is door MAN gevraagd minister van Economische Ontwikkeling te worden.
In de interne mailcorrespondentie van 2014 wordt door CBCS-functionarissen geoordeeld dat Schoop-Isenia ‘in strijd met interne en algemene regels van goede bedrijfsvoering’ heeft gehandeld toen zij bij Girobank werkzaam was, maar of sprake is van strafbare feiten ‘moet eerst het feitencomplex nader worden onderzocht’. Voor de CBCS als toezichthouder zou de CBCS-medewerker in het interne bericht het gedrag van Schoop-Isenia als ‘niet meer integer’ kwalificeren.
Schoop-Isenia is niet langer werkzaam voor Girobank, maar maakt als financieel deskundige deel uit van de top van nutsbedrijf Aqualectra. ,,Het respecteren van het hoor en wederhoorprincipe voorkomt misslagen”, aldus haar advocaat Bonapart, alsmede ,,het trekken en gebruik van onrechtmatige en feitelijk onjuiste conclusies en veronderstellingen.”
In de brief aan Matroos-Lasten: ,,De schadelijke gevolgen van de zeer kwalijke acties die u ten detrimente van cliënte heeft uitgevoerd beginnen zich ondertussen te manifesteren.” Daarom zijn acuut schadebeperkingsacties nodig. Schoop-Isenia wil dat Matroos-Lasten haar berichten aan de minister intrekt. Dit komt erop neer dat de CBCS de minister meldt dat er geen deugdelijke grondslag is voor de aantijgingen, terwijl er feitelijke onjuistheden zijn en onrechtmatige conclusies zijn getrokken. ,,U geeft in uw bericht (aan de minister, red.) aan dat u er onjuist aan deed om hem de eenzijdige onder de geheimhoudingsplicht van de Ltbk vallende interne notitie te doen toekomen.”