Van een onzer verslaggevers

Willemstad - Curoil herkent zich niet in alle aantijgingen die Inter Caribbean Trading & Shipping Company afgelopen vrijdag deed in een speciaal belegde persbijeenkomst.

curoilOp haar beurt belegde Curoil gisteren een persconferentie, waarin één voor één alle aantijgingen werden weerlegd. Het bedrijf liet tevens weten naar de rechter te zullen stappen om rectificaties af te dwingen.
,,Wij zijn zwaar beschadigd door alle onterechte, soms zelfs uit de lucht gegrepen aantijgingen. Dat laten we niet zomaar voorbijgaan”, aldus directeur Yamil Lasten van Curoil.
Inter Caribbean Trading & Shipping Company zit in zijn maag met 500.000 liter geïmporteerde dieselolie die niet verkocht mag worden op Curaçao. Er is nu eenmaal vastgelegd dat staatsbedrijf Curoil de importeur is van olieproducten en de distributie daarvan. Bureau Telecommunicatie en Post (BTP) is de ‘waakhond’ die erop toeziet dat Curoil tegen goede tarieven olieproducten inkoopt. Het bureau bepaalt tevens de prijs die de consument aan de pomp dient te betalen. ,,Wij zijn volledig onafhankelijk”, stelt directeur Franklin Sluis. ,,Het feit dat we deze persconferentie samen met Curoil beleggen, is omdat er totaal geen misverstanden en meningsverschillen zijn tussen Curoil en BTP. Alles verloopt volledig transparant en volgens vastgelegde regels. Curoil koopt in en wij bepalen de prijs van het eindproduct. Daarbij wijzen we Curoil soms ook terecht. Dat deden we in november van het vorige jaar nog. Toen hebben we gesteld dat Curoil te duur heeft ingekocht en zijn we niet meegegaan qua prijsstelling. Dat is jammer voor Curoil, maar zo zijn de regels. Zo houden we controle.”
Op 14 december heeft Inter Caribbean Trading & Shipping Company een aanvraag gedaan om aan Curoil te mogen leveren. ,,Zoals het hoort”, aldus Lasten. ,,Dan begint er een screeningsproces, dat een tot twee maanden in beslag kan nemen. Al onze leveranciers zijn of worden zo gescreend. Die bedrijven mogen vervolgens een prijs afgeven voor hun olieproduct en wij kiezen dan vanzelfsprekend voor de goedkoopste en kwalitatief beste. Zo gaat dat in zijn werk, elke keer als we producten willen inkopen. Het is een vastgelegd protocol waar we ons altijd keurig aan houden. Dat moet ook wel, want BTP houdt ons in de gaten. Wij kunnen geen fouten maken, want dan worden we direct op de vingers getikt. Dat geldt óók voor de kwaliteit van te importeren producten. We houden ons daarbij aan de ‘Richtlijn Kwaliteit Brandstoffen 2011’, die gebaseerd is op internationale standaarden. We hebben daarbij drie momenten dat die kwaliteit gecontroleerd wordt, door onafhankelijke laboratoria. Ook die resultaten gaan naar BTP en zij hebben het recht om een product af te keuren, reden waarom wij bij de inkoop zeer nauwkeurig te werk gaan.”
De kans dat Inter Caribbean Trading & Shipping, in elk geval voor wat betreft deze lading dieselolie, door het screeningsproces komt, lijkt nihil. De opgeslagen olie heeft naar eigen zeggen namelijk een zwavelgehalte van 1.700 ppm (parts per million) en kwalificeert zich daarmee tot het zogeheten ‘high sulphur diesel’. Op Curaçao mag alleen ‘low sulphur diesel’ verkocht worden, met een maximale ppm van 500, aldus de directeur van Curoil. ,,Dat heeft alles te maken met effecten op het milieu”, legt Lasten uit. ,,Wij mogen alleen ‘low sulphur diesel’ inkopen, aangezien die veel minder belastend is voor het milieu. En ook daar houdt BPT een oogje in het zeil.”
Aan de hand van verschillende documenten, protocollen en rekenvoorbeelden laten Curoil en BTP vervolgens zien hoe de prijzen aan de pomp tot stand komen. ,,We lopen daarbij altijd twee maanden achter op de internationale tendens”, legt Sluis uit. ,,Soms is dat gunstig voor de consument, soms is dat ongunstig. Een voorbeeld: we zijn nu dus bezig met het bepalen van de prijzen voor februari van benzine, diesel en andere olieproducten voor de consument; daarvoor hanteren we de inkoopprijs die Curoil heeft betaald in de maand december. Daar zit ‘m dus het verschil van die twee maanden: tussen de inkoopprijs van de olieproducten en de prijs van een vat olie vandaag de dag.”
Kortom, Curaçao heeft één importeur en distributeur van olieproducten en dat is Curoil. En Curoil is een overheidsbedrijf. ,,Nu is het bij wet strikt genomen niet verboden om brandstof te importeren”, geeft Franklin Sluis aan. ,,Maar om het te mogen verhandelen en distribueren moeten er wél eerst diverse vergunningen verkregen worden.”