Van een onzer verslaggevers

Willemstad - Het bedrijf Inter Caribbean Trading and Shipping Company is zonder de vereiste vergunning milieubelastende activiteiten aangevangen, en voert die nog altijd uit en handelt daarmee in strijd met de Hinderverordening.

romerDe Uitvoeringsorganisatie (UO) Milieu & Natuurbeheer (Milieudienst) heeft dat na onderzoek medio december geconcludeerd, is de reactie van Suzy Camelia-Römer (PIN), minister van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) op de belegde persconferentie van het bedrijf dat 500.000 liter diesel importeerde en opsloeg bij het bedrijf op Heintje Kool. Deze krant berichtte daar zaterdag over onder de kop ‘Curoil voelt zich bedreigd’.
Camelia-Römer stelt dat het bedrijf zich niet aan de Hinderverordening houdt, waarin bepaald wordt dat het verboden is om zonder vergunning milieubelastende activiteiten aan te vangen, uit te voeren, uit te breiden of te wijzigen.
De minister: ,,Het aanwezig hebben van deze vloeistof levert een direct gevaar op voor het milieu. Om deze reden heeft het ministerie de minister geadviseerd om direct over te gaan tot het uitvaardigen van een bevel tot gehele stopzetting van de verboden activiteiten. Daarbij wil ik opmerken dat wanneer een burger het niet eens is met een door de minister genomen beschikking het hem vrij staat om de beslissing ter toetsing aan de onafhankelijke rechter voor te leggen.”
Zij legt nog eens het gebeuren uit. ,,Op 18 december 2018 hebben ambtenaren van de UO Milieu & Natuurbeheer in samenwerking met het multidisciplinair team van het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO), toezichtwerkzaamheden verricht in het kader van de Hinderverordening Curaçao. Dit toezicht vond plaats op het terrein van het bedrijf Inter Caribbean Trading and Shipping Company, naar aanleiding van een verzoek van MEO. De bevindingen waren kort samengevat dat er geen sprake was van een hindervergunning en deze was ook nog niet aangevraagd. Op het terrein werden een aantal trucks en opslagfaciliteiten aangetroffen waarin zich olieproducten bevonden waarbij zichtbaar was dat er reeds een bepaalde hoeveelheid olieproduct op de grond was gelekt, leidende tot bodemverontreiniging. Na de inspectie op het terrein is aan de directeuren (volgens de Kamer van Koophandel (KvK) is de eigenaar Quino Chin-A-Lien, red.) verzocht om op 19 december 2018 bij de Milieudienst te verschijnen om het voorgaande nader te bespreken. Ondanks deze afspraak is niemand van het bedrijf verschenen.”