Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Vereniging Bedrijfsleven Curaçao (VBC) hoopt dat de minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW), Hensley Koeiman (MAN), zijn plannen om per 1 januari 2019 een minimumloonsverhoging in te voeren heroverweegt.

koeiman2Het zou gaan om een verhoging van 2,1 procent naar 9,37 gulden per uur. Dit zou de vijfde minimumloonsverhoging zijn na een jaarlijkse verhoging de afgelopen vier jaar. De VBC toont in een tabel aan dat tot nu toe niet gebleken is dat de loonsverhoging het beoogde resultaat heeft gehad, namelijk dat er dan meer besteed wordt, wat goed is voor de economie. Sterker nog, ‘de verhoging van (minimum)lonen is elk jaar gepaard gegaan met toenemende economische krimp en stijging van de werkeloosheid’. VBC: ,,De verklaring hiervoor is eenvoudig. Er is niet gelijktijdig een flankerend beleid gevoerd om de arbeidsproductiviteit en de concurrentiepositie (cost of doing business) te verbeteren.”
De minister stelt in zijn motivering dat 2019 een moeilijk jaar zal worden met onzekerheden in diverse sectoren zoals onder andere de raffinaderij.
Minimumloners zijn vooral werkzaam in de handel, bouw en nijverheid in de voornamelijk klein- en middenstandsbedrijven. ,,Het voorbestaan van dit soort bedrijven, en daarmee het behoud van werkgelegenheid voor voornamelijk minimumloners, is van cruciaal belang”, aldus Koeiman.
De VBC reageert: ,,De uitleg van de minister is niet in lijn met het beoogde doel, namelijk het behoud en de groei van de werkgelegenheid. Het door de minister en zijn voorgangers gevoerde loonbeleid staat haaks op het streven van de regeringen om duurzame reële economische groei, werkgelegenheid en vermindering van de armoede te realiseren.”
De vereniging wijst er ook op dat instituten die gespecialiseerd zijn in het doorrekenen van de macro-sociaaleconomische effecten van loonsverhogingen, zoals onder andere het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO), de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Sociaal Economische Raad (SER) alle adviseren om voorzichtig om te gaan met sec loon-verhogende maatregelen. Er moeten ook grootheden als arbeidsproductiviteit, cost of doing business, de concurrentiepositie en economische groei bij betrokken worden. De VBC vindt dan ook dat de aanpak juist gericht moet zijn op loonmatiging of zelfs loonbevriezing totdat er sprake is van reële economische groei en verbetering van de arbeidsproductiviteit. En er moeten anders op zijn minst flankerende maatregelen genomen te worden.