Van een onzer verslaggevers

Willemstad - De Partido Alternativo Real (PAR) bestaat 25 jaar en dat werd afgelopen zaterdag gevierd met een symposium in de aula van de University of Curaçao. Thema was ‘The Next 25 Years’.

parviering Daar was ook PAR-Statenlid Stephen Walroud bij die naar zijn bevindingen gevraagd werd. Belangrijkste conclusie: er moet een mentaliteitsverandering komen op Curaçao, in alle lagen van de bevolking.
De dag begon met Jurenne Hooi. Zij is de afgelopen maanden druk in de weer met het project ‘integrale armoedebestrijding’, zoals dat is opgenomen in het regeerakkoord. Er loopt inmiddels een urgentieprogramma in vier wijken, bij wijze van pilot. ,,Nou, mevrouw Hooi was de eerste, dus iedereen zat nog wat rond te kijken, maar binnen een minuut was iedereen wakker. Klaarwakker”, vertelt Walroud. ,,Niks feestelijke stemming meer, iedereen stond meteen met twee benen op de grond. Kijk, mevrouw Hooi heeft in Nederland gestudeerd en gewerkt, dus ze heeft zich de Nederlandse manier toegeëigend van gewoon keihard zeggen waar het op staat. Haar boodschap was ontnuchterend: ‘we zijn op Curaçao goed in het bouwen van mooie geveltjes, maar achter die geveltjes is het een grote puinhoop. Het gebouw zelf is daarbij van karton. En we kunnen prachtige rapporten schrijven, maar als het erop aan komt, dan geven we niet thuis. De armoede op Curaçao groeit met de dag en de oorzaken zijn ook duidelijk. De belangrijkste oorzaak is dat de mentaliteit bij velen niet deugt. Ga zelf eens kijken in de achterstandswijken, want zo moet je het ook gewoon durven noemen! Daar begint het mee, het probleem dúrven benoemen. Je schrikt je kapot. We hebben heel, heel veel te doen de komende 25 jaar én we zullen het anders moeten doen. Allemaal. We moeten de gevels de gevels laten en aan de achterkant aan de slag.’
Walroud haalt even adem. Denkt na. ,,Ja. Iedereen heeft ademloos naar haar zitten luisteren. Met grote ogen gekeken. En daarna was het stil. Ook op mij maakte haar verhaal diepe indruk. Ik ben 100 procent overtuigd van haar gelijk. We moeten het anders gaan doen. Echt anders. Er móét vernieuwing komen en er zullen besluiten genomen moeten worden die de nodige politieke lef vereisen.”
Op het symposium betraden vijf mensen het podium om hun verhaal te doen. Behalve prof. dr. Ashley Duits, drs. R. Pengel en drs. R. van den Bergh hield ook prof. dr. Frank Kunneman een betoog. ,,En dat prikkelde”, zegt Walroud. ,,Zijn betoog ging over ‘good governance’, goed bestuur dus. Dat is ook mijn stokpaardje. Het ging met name over de overheid en specifiek over de zogenaamde overheidsgelieerde entiteiten, zoals bijvoorbeeld UTS, Aqualectra, Curoil, straks het Hospital Nobo Otrobanda (HNO) en nog heel veel meer. Kunneman vindt dat een goede bedrijfsstructuur van groot belang is bij het leiden van een dergelijk groot en belangrijk bedrijf. Maar tegelijkertijd zegt zo’n bedrijfsstructuur ook weer niks als de invulling van de poppetjes niet klopt. Eigenlijk had hij net zo’n ongezouten mening als Jurenne Hooi, hij bracht het alleen wat vriendelijker.” ,,Zijn verhaal: ‘Je kunt wel een fantastische organisatiestructuur hebben, maar dat biedt geen garantie op beter bestuur, op meer efficiency, op een betere besteding van geld. Het gaat over de invulling van die structuur en daarbij gaat het dan vooral weer over het fatsoen van de mens’. Kijk, dat zijn uitspraken! Ik ben zelf lang voorstander geweest van privatisering van al die overheids- en overheidsgelieerde bedrijven. En waarom? Vooral om die bedrijven uit de grijpgrage handjes van politici te houden. Je ziet nu evenwel in landen om ons heen dat de trend van privatisering zich niet door lijkt te zetten. Kijk, wij hadden hier een nieuwe landsverordening waarbij al die bedrijven onder de minister van Financiën werden gehangen. Het was een vorm van ondercuratelestelling. Die landsverordening is toen wel aangenomen in de Staten, maar niet gepubliceerd en ik verwacht dat dat ook niet meer gaat gebeuren, want er is nu geen politiek draagvlak meer voor. Maar dat alles heeft me wel aan het denken gezet en dus was mijn vraag aan Kunneman dan ook: kunnen die bedrijven niet beter weer als overheidsdiensten gaan draaien? Hij reageerde daarop met een herhaling van zijn betoog dat het toch vooral draait om het fatsoen van de bestuurder. Dat hij of zij het dus vooral goed voor heeft met het bedrijf, met de klanten en met de werknemers, meer dan met zichzelf en de vriendjes om hem heen.”
Bevestigd door wat hij hoorde op het symposium lijkt Walroud dus afscheid te nemen van een van zijn stokpaardjes: de privatisering. ,,Al ben ik er nog niet uit”, lacht hij. ,,Maar dat er iets in mijn hoofd aan het gebeuren is, dat is zeker. Kijk, ik geloof weer in overheidsdiensten omdat het systeem van checks & balances (controles en waarborgen, red.) nu gewoon staat als een huis. We kúnnen eenvoudigweg niet meer uit de pas lopen en als het toch onverhoopt dreigt mis te gaan, dan is er altijd nog de waakhond, het College financieel toezicht (Cft). Dat functioneert uitstekend. Dus ja, in dat opzicht heeft dit symposium me veel gegeven. Het was een welbestede zaterdag.”