Van een onzer verslaggevers

Willemstad - Een betere voorbereiding van de leerlingen/studenten afkomstig uit Caribisch Nederland en de Caribische landen van het Koninkrijk kunnen helpen om de aansluitingsproblemen bij instroom in het vervolgonderwijs in (met name) Europees Nederland wegnemen of verminderen.

bursalenDit schrijven de minister Ingrid van Engelshoven (D66) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en minister Arie Slob (ChristenUnie) voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media in een brief aan Tweede en Eerste Kamer. Het gaat dan om zowel leerlingen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES-eilanden) als de autonome eilanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten.
,,Factoren die een rol spelen zijn de (verkeerde) studiekeuze, de taal, de cultuurovergang, het klimaat, het ver verwijderd zijn van familie en simpelweg de stap van een eilandgemeenschap naar het ‘grote’ Nederland.” Aldus de bewindslieden. ,,OCW tracht in samenwerking met de betrokken partijen oplossingen te initiëren.”
Daarbij wordt onder meer met de betrokken partijen besproken hoe de voorbereiding van de leerlingen door het toeleverend onderwijs, de informatievoorziening over studiemogelijkheden en de vormgeving van de opvang en begeleiding in Nederland door de ontvangende instellingen kan worden verbeterd.
Ook de doorstroom naar de regio heeft hierbij de aandacht. ,,Door de toegankelijkheid van informatie over de studiemogelijkheden in de regio en in Nederland te vergroten kunnen leerlingen een betere keuze maken voor een vervolgopleiding”, menen Van Engelshoven en Slob. Zij zijn voornemens komend schooljaar zowel aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba alsook aan Curaçao, Aruba en Sint Maarten een bezoek te brengen ‘om ter plekke met de betrokkenen te spreken’.
Over de samenwerking met de andere landen van het Koninkrijk stellen beide ministers dat ‘ook in de andere landen van het Koninkrijk de vorderingen zijn opgevallen die in het onderwijs in Caribisch Nederland zijn gemaakt’. Mede daardoor is er op Curaçao, Aruba en Sint Maarten belangstelling voor samenwerking met Nederland op de OCW-beleidsterreinen.