Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Raad van Advies (RvA) vindt dat de Algemene Rekenkamer Curaçao (ARC) als dat nodig is direct bij een overheids-nv of -stichting vrij onderzoek moet kunnen doen en niet afhankelijk moet zijn van een minister als derde partij en tussenpersoon.

arcDit blijkt uit een onlangs naar de Staten gestuurd advies over de initiatiefontwerplandsverordening tot wijziging van de Landsverordening ARC. ,,De ARC behoort naar het oordeel van de raad onbelemmerd en zo snel mogelijk (dus zonder tussenkomst van een derde) te kunnen beschikken over de benodigde informatie om een afweging te kunnen maken of het überhaupt nodig is om een onderzoek te verrichten (risicoanalyse). Ook in het traject van onderzoek door de ARC bergt het creëren van tussenschakels voor het verkrijgen van informatie het risico in zich dat een onderzoek vertraging kan oplopen”, zo staat geschreven.
Zoals de wet er nu ligt worden relevante stukken in eerste instantie aan de minister die het aangaat aangeboden. Als de stukken die de ARC nodig acht bij de betrokken minister ontbreken of wanneer de verkregen inlichtingen, na aanvulling van de betrokken minister ontoereikend zijn, kan de ARC rechtstreeks bij de betrokken entiteit of natuurlijke persoon de relevante stukken opvragen of daarover nadere inlichtingen inwinnen. De RvA is het hier niet mee eens en schrijft: ,,De raad constateert dat de onafhankelijkheid van de ARC als een Hoog College van Staat wordt aangetast aangezien de ARC niet rechtstreeks doch slechts met medewerking van een minister een onderzoek zal kunnen verrichten. In de Memorie van Toelichting (MvT) is niet voldoende gemotiveerd waarom hiervoor is gekozen. Gezien de constitutioneel vastgelegde toezichthoudende taak van de ARC is het uitermate belangrijk dat de ARC haar onafhankelijkheid ten opzichte van het bestuur behoudt. Wil de ARC haar taak naar behoren vervullen dan moet zij onder meer de bevoegdheid hebben om rechtstreeks informatie bij de relevante organisaties en instellingen op te vragen. Bij een voorgenomen uitbreiding van het werkgebied van de ARC dient voorkomen te worden dat de onafhankelijkheid van de ARC als Hoog College van Staat zonder zwaarwegende redenen wordt beperkt. Gezien de belangrijke rol die de ARC in het staatsbestel vervult, kan naar het oordeel van de raad de onafhankelijkheid van de ARC niet zonder zwaarwegende gronden worden beperkt.”