Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De regering stelt geld en extra personeel beschikbaar om ervoor te zorgen dat de lokale luchtvaart in 2019 weer de felbegeerde categorie 1-status van de Federal Aviation Administration (FAA) krijgt.

hatoekDat heeft minister Zita Jesus-Leito van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP) gisteren tijdens een persconferentie verklaard. De Curaçao Civil Aviation Authority (CCAA) heeft op dit moment 19 mensen in dienst en de autoriteit heeft in totaal 29 mensen nodig.
Tijdens de persconferentie verklaarde directeur Hans de Jong dat het proces om de categorie 1-status terug te krijgen een geval van werk in uitvoering is. Het is een groot project; de wet- en regelgeving moet voor de verschillende categorieën geactualiseerd worden, de documentatie moet op orde zijn en de burgerluchtvaartautoriteit moet duurzaam zijn opgezet en op peil blijven.
De Jong hoopt in december van dit jaar de wet- en regelgeving te hebben om aan de normen van de International Civil Aviation Organization (ICAO) te voldoen. De CCAA-directeur benadrukte ook dat de burgerluchtvaartautoriteit meer personeel nodig heeft. Curaçao moet voldoen aan de internationale verplichtingen van de FAA en de ICAO. Het land kan daar niet van afwijken. De CCAA heeft de financiële middelen en de tools nodig om aan de vereisten te voldoen, aldus De Jong.
Curaçao zal, net als de andere landen binnen het Koninkrijk, in 2019 door de ICAO getoetst worden tijdens een audit. Wanneer men denkt klaar te zijn voor die test, wordt FAA uitgenodigd voor een pre-audit in de hoop dat de lokale luchtvaart weer opgeschaald wordt naar een categorie 1-status.
Ook bij de maritieme autoriteit wordt in 2021 een audit gehouden, zo heeft Jan Sierhuis tijdens de persconferentie meegedeeld. De maritieme veiligheid is een zaak van het Koninkrijk. Nederland stelt de wetten op die dan ook voor Curaçao gelden. Tijdens een recent werkbezoek aan Nederland is afgesproken dat in juni een pre-audit gehouden wordt. Het doel is om dan eind van dit jaar een beeld te hebben van waar in het jaar 2019 en 2020 nog aan gewerkt moet worden, en deze lijst af te werken.