Het eerdergenoemde beslag voor 636 miljoen dollar betreft slechts één van de twee beslagleggingen van ConocoPhillips op PdVSA-eigendommen.

Uit stukken in het bezit van het Antilliaans Dagblad blijkt nu dat het andere beslag nog eens bijna 1.946 miljoen dollar behelst; bij elkaar 2.582 miljoen dollar.
Dit is ook conform het arbitrale vonnis van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC) van 24 april. Toen deze krant zaterdag berichtte over het door het gerecht toegestane beslag van ‘slechts’ 636 miljoen, een bericht dat werd overgenomen door internationale persbureaus waaronder Reuters, was dat op basis van de door het gerecht verstrekte documenten. Dat blijkt niet compleet.
Inmiddels heeft de redactie ook de beslagstukken van het gerecht op Bonaire. En dat bestaat uit twee beschikkingen voor beslagleggingen. In het geval van Bonaire gaat het om Bopec (Bonaire Petroleum Corporation nv). Het betreft beslag op olie of olieproducten die in opslag worden gehouden bij Bopec; de lading olie of olieproducten aan boord van het schip Aframax River; alle aandelen die PdVSA houdt in Bopec; al hetgeen Bopec verschuldigd is aan PdVSA; en alle roerende zaken die eigendom zijn van PdVSA, alsmede haar aandelen in roerende zaken die zich bevinden op de terreinen van Bopec aan de Kaminda Turístiko Brazil.
In het geval van Bonaire treden de advocaten Thomas Aardenburg en Arndt van Hoof van het kantoor Soliana Bonapart & Aardenburg op namens ConocoPhillips. Ook zij kondigen, evenals het advocatenkantoor BZSE op Curaçao, aan op korte termijn een verzoek tot tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis (exequaturverzoek) in te dienen op de eilanden. Dat is in Nederland al op 26 april gebeurd in Den Haag.
Het grote verschil tussen PdVSA op Curaçao en PdVSA op Bonaire is dat de Isla-raffinaderij en de Curaçao Oil Terminal te Bullenbaai op Curaçao worden gehuurd van overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) - van het Land Curaçao, dat eigenaar is - terwijl Bopec op Bonaire eigendom is van de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA, die nu zo zwaar onder vuur ligt en waardoor de petroleumproductie op de eilanden lam ligt.
In het uitvoerige arbitraal vonnis van 441 bladzijden gaat het ook telkens om twee verschillende bedragen: van ruim 489 miljoen dollar en bijna 1.497 (zonder rente en bijkomende kosten). Deze krant komt in volgende editie terug op de exacte achtergronden van de claims.